Geen Huiswijn maar een GuisWijn
Wijn A tot Z
A
Aanzuren: Het toevoegen van zuren aan wijn of most om de balans tussen zoet, zuur en bitter van de wijn te verbeteren.
Aards: Omschrijving voor mineralen wijnen waar je de smaak van de bodem in terug vindt.
ABC: Afkorting voor “Anything But Chardonnay”. Een fundamentalistisch groepje Chardonnay haters probeert de McDonaldisering van de wijnindustrie een halt toe te roepen door een banvloek uit te spreken over de populairste witte druif ter wereld. De kritische geluiden verstommen thans enigszins nu wijnmakers uit de hele wereld niet meer proberen witte Bourgogne (Chardonnay grote roerganger) na te maken, maar het eigen terroir gaan respecteren. Bovendien hebben de “nee tegen Chardonnay zeggers” het wel voor elkaar gekregen dat er “Een Eigen Druiven Eerst” beweging op gang is gekomen. In veel streken waar eerst de Chardonnay heerste begint nu weer belangstelling te ontstaan voor de eigen druiven.
Abrikoos: Een geuromschrijving die van toepassing is voor diverse witte wijnen, vooral Chardonnay. Bovendien hét bouquet van de nieuwe witte modedruif viognier. Bijzonder abrikoos: Condrieu, de lekkerste en ook meest kostbare wijn die van viognier gemaakt wordt.
Ademen: Wie wijn van zuurstof wil laten profiteren, schenkt de fles leeg in een karaf. Vooral jonge wijn die nog wel eens hard wil zijn, knapt daar van op. Voorzichtigheid is niet geboden, want er is veelal nog geen sprake van bezinksel. Let op: niet doen bij oude wijnen!
Afdronk: De smaak die blijft hangen in je mond. Het laatste stadium van het proefproces.
Afvalputje van Europa: Wijnproducenten van over de hele wereld wrijven zich in de handen als Nederland zijn bestelling doet. Een uitgelezen kans om minder kwalitatieve wijn te slijten. Belandt veelal in de supermarkt waar ruim zeventig procent van alle wijn wordt verkocht tegen een gemiddelde prijs in 2004 van €2,68 per fles.
Alcohol: Om 1% alcohol te verkrijgen is ongeveer 20 gram suiker nodig. Alcohol is de basis van de wijn, die het mogelijk maakt de wijn te bewaren. De smaak van alcohol mag echter nooit overheersen.
Alcoholgraad: Sinds 1980 wordt de alcoholgraad aangeduid als percentage zuivere alcohol in de wijn.
Alcoholische gisting: De suikers in het sap van druiven worden door de gistcellen omgezet in alcohol en koolzuurgas.
Amandel: Wil je nog wel eens tegenkomen in de afdronk van een goede dus zeer zeldzame Soave.
Amarone: Wijnterm voor wijnen van half ingedroogde druiven. Wordt vooral gebruikt in de provincie Veneto in Italië.
Ampelografie: De leer van de druiven.
Amtliche Prüfungsnummer: Is een nummer dat altijd op een Duits etiket staat vermeld, waardoor de wijn gemakkelijk te traceren is.
Anbaugebiete: Afgebakend wijnbouwgebied in Duitsland.
Annata: Jaartal in het Italiaans.
Anreichern: Is suiker toevoegen aan de most om wijn te maken met een hoger alcoholpercentage.
Antivries: Een schandaal in 1985 dat de Oostenrijkse wijnindustrie bijna de kop kostte. Sporen van dit middel werden aangetroffen in dessertwijn die in Duitsland op de markt was. Dit leidde tot een acute ban van alle Oostenrijkse wijn. Thans is men er weer bovenop en is het land producent van een van de meest opwindende witte wijnen die er is: de Grüner Veltliner.
AOC Appellation d’Origine Contrôlé: AOC is een afkorting die aangeeft dat je te doen hebt met een Franse kwaliteitswijn uit een bepaalde streek. Het is een wettelijk beschermde herkomstbenaming.
Aperitief: Drankje dat je voor de maaltijd drinkt.
Appel Geur: Een smaaksensatie die vaak is aan te treffen in witte wijn die de tweede (malolactische) gisting (bewust) niet heeft ondergaan. Omdat het in de eerste gisting ontstane appelzuur niet is omgezet in het veel zachtere melkzuur blijft de wijn fris en zurig. Gewoonlijk is dat de bedoeling en smaakt dat prima bij bijvoorbeeld sauvignon blancs uit de koele Loire. Soms wordt de tweede gisting opzettelijk niet in gang gezet om witte druiven die veel zon hebben gehad niet een te zwoel en een te rijp mondgevoel mee te geven.
Appellation: Is een herkomstbenaming. De appellation geeft aan waar de wijn vandaan komt.
Appellation d’Orgine Côntrolée: Is een wettelijk beschermde herkomstbenaming voor Franse wijnen. De naam van de plaats van herkomst van de wijn is gecontroleerd en wettelijk vastgelegd.
Argentinië: Eén van de snelst groeiende Nieuwe Wereld wijnlanden. Het belangrijkste wijngebied Mendoza is goed voor 90% van alle wijn. Argentinië kon zich dankzij de pesocrisis een prachtige plek verwerven in de categorie budgetwijnen, een plek waar ruimte was ontstaan doordat buurman Chili zich langzaam uit de markt begon te prijzen. Inkopers van de supermarkt hebben de Zuid-Amerikaan dan ook liefdevol in de armen gesloten. Aantrekkelijke resultaten worden er geboekt met de tot nationale druif gebombardeerde malbec voor rood. Voor de liefhebbers van aromatisch muscaatachtig is er wit van de torrontés.
Aroma: Het aroma, grotendeels afkomstig van de druif, omvat het geheel van afzonderlijke geuren. Een deel van het aroma verdwijnt gedurende de gisting na verloop van tijd. Door de aroma’s kennen we fruitige wijnen, aardse wijnen (met de smaak van champignons, struikgewas, tuinaarde, herfstbladeren), specerijen wijnen (aroma’s van kaneel, kruidnagel, zwarte peper en Indische specerijen), kruidige wijnen (munt, hooi, rozemarijn, Provençaalse kruiden…).
Assemblage: In één kuip verschillende wijnen samenvoegen, die elk afzonderlijk zijn gemaakt uit verschillende druivensoorten.
Auslese: Derde Duitse predicaat klasse in een regionaal gebied van zoette, rijpe en edele druiven.
Australië: Nieuwe Wereld wijnland van het eerste uur. Is wereldberoemd, terwijl slechts vier procent van alle wijn van Down Under komt. Het land is zeer op de export gericht en zag binnen twintig jaar de uitvoer van nog geen tien miljoen naar vijfhonderd miljoen liter groeien. Het land telt overigens slechts 1500 wijnbedrijven (ter vergelijking: alleen in de Bordeauxstreek zijn er al meer dan 10.000), maar slechts twintig daarvan zijn goed voor 94% van alle uitgevoerde wijn. De duizenden hectaren nieuw aangeplante wijngaarden begonnen net fruit te geven op het moment dat de wereldeconomie begon te haperen. Grote hoeveelheden onverkoopbare wijn liggen thans klaar om verwerkt te worden tot industriële alcohol. Wat echter wel gebotteld wordt, kan simpel en goed zijn of zelfs tot de mooiste wijn ter wereld behoren. Briljante resultaten worden er geboekt met de semillon voor wit en Shiraz die ’s lands nationale trots is.
Autobanden: Ook wel aangeduid als verbrand rubber. Een geuraanduiding die vooral wordt gebruikt om het bouquet van de wijnen te omschrijven die gemaakt zijn van de Pinotage, een druif die alleen in Zuid-Afrika wordt aangeplant.
AVA American Viticultural Area: Bestaat sinds 1980 en is te vergelijken met AC, appellation controlee. Het garandeert dat 85% van alle druiven in de wijn uit het gebied op het etiket komen.
Azijn: In de natuurlijke ontwikkeling van het druivensap is de wijn slechts een tussenstap bij de ontwikkeling naar azijn. Wijn kan zelfs deze stap overslaan en direct azijn worden.
C
Cabernet: Franc Druif uit de familie cabernet. Deze blauwe druif levert goede Bordeauxwijn, die lijkt op de wijn van de cabernet sauvignon. Hij is echter wat lichter van kleur en aard, maar eleganter en geuriger. Meestal wordt hij met andere soorten gecombineerd. Pure cabernet franc wordt bijvoorbeeld gemaakt in het Loiredal (Chinon, Bourgueil).
Californië: Amerika’s beroemdste en grootste wijnbouwgebied. Belangrijkste AVA’s daarbinnen (American viticultural Area’s, te vergelijken met de Franse appellation contrôlée): Sonoma en Napa. chardonnay en sauvignon blanc voor wit en cabernet sauvignon en zinfandel voor rood. Leveren zowel spotgoedkope bulkwijnen als exorbitant geprijsde collector’s item. Wie geld te veel heeft, gaat op jacht naar Screaming Eagle, Opus One en Far Niente waar vaak hogere prijskaartjes aanhangen (chauvinisme is kostbaar) dan aan Premier Grand Cru Classes uit Bordeaux. Minder bedeelden hebben een koopje ana de wijnen van Charles Shaw, een producent die overproductie opkoopt en deze als ‘Two Buck Chuck’ verkoopt. Ook in Nederland is Californië als budgetaanbieder ontdenkt. De invoer van voordelige wijnen groeit explosief.
Canada: Wijn uit het hoge noorden van de Verenigde Staten? Jazeker. Vooral met Icewine (Eiswein) heeft het land een reputatie en is het zelfs de grootste leverancier ter wereld.
Cantina: Catina is een kelder of een wijnbedrijf in Italië. een Cantina Sociale bestaat ook. U heeft dan te maken met wijn die gekurkt, gebotteld en ingepakt is door een coöperatief wijnbedrijf.
Capsule: Omhulsel dat over de kurk, mond van de fles en een deel van de hals wordt aangebracht. Het is van metaal of kunststof gemaakt. Het dient op de meest correcte wijze enige millimeters onder de mond van de fles afgesneden te worden om contact met de wijn te vermijden.
Carmenère: Een druif die tot halverwege de jaren negentig een identiteitscrisis had, omdat hij tot die tijd werd versleten als Merlot. Was ooit een held in Bordeaux waar hij als gelijke werd beschouwd van de Cabernet Sauvignon. Ging op avontuur naar Chili waar de wijnbouwers hem voor Merlot hielden, zodat hij daartussen werd aangeplant. Een vanzelfsprekende vergissing, want de twee lijken in uiterlijk en smaak bijzonder op elkaar. Een verschil is echter dat Carmenère drie weken later rijpt dan Merlot. En dat wil bij een gemixte wijngaard dan nog wel eens tot groene, onrijpe tonen in de wijn leiden. toen DNA-onderzoek in 1996 zijn ware identiteit onthulde, kon de druif in Chili zijn ware gezicht tonen en ontpopte hij zich als nationale held. Terecht. Kan wanneer goed rijp, prachtige, uniek zoetsappige wijnen met veel fruit opleveren. Helemaal als in nabije toekomst de stokken waaraan hij groeit echt op leeftijd zijn.
Cava: Mousserende wijn die gemaakt wordt volgens de Méthode Traditionelle, dat wil zeggen gisting op de fles. Wordt gebruikt voor de mousserende wijnen uit Spanje.
Cava Reserva: Wordt minimaal 3 jaar gerijpt.
Cava Grand Reserva: Wordt minimaal 5 jaar gerijpt.
Cave: De kelder of de wijnmakerij. De meest voorkomende: Cave des vignerons, zijnde de plaatselijke coöperatie van wijnmakers.
Caves: coopératives Coöperaties van wijnboeren die gezamenlijk wijn maken, verkopen, etc.
Carignan: Een blauwe druivensoort die in Zuid-Frankrijk, Noord-Amerika en Californië royaal is aangeplant. Hij levert vrij krachtige wijnen die in hun jonge jaren fruitig zijn. Waarschijnlijk een van oorsprong Catalaanse druif. Nergens geeft deze druif een mooiere wijn dan in de Roussillon.
Cepage: Wijn die voor 100% van één druivenras wordt gemaakt. De wettelijke grens ligt meestal bij 85%. Mengsels van druivenrassen zijn vaak ook lekkerder.
Chablis: Chablis is witte Bourgogne, maar toch ook weer anders dan de rest. Komt misschien omdat de streek gescheiden wordt van de Bourgogne door de oerbossen van de Morvan en bovendien dichter bij Champagne ligt. Bovendien is het wit dat er vandaan komt niet typisch Bourgogne. Tot de jaren tachtig was Chablis voornamelijk een exportproduct, vooral in de Verenigde Staten waren ze er dol op. Inmiddels is ook de binnenlandse vraag sterk toegenomen. helaas is het gebied klein en dat is vragen om moeilijkheden. De kwaliteit is vaak niet top. Bovendien beweren boze tongen dat Chablis de witte Bourgogne is waar het meest mee gemalverseerd wordt. Volgens onbevestigde berichten wordt er wereldwijd iedere dag een hele jaaroogst Chablis gedronken. Goede Chablis is echter zeldzaam en vrij kostbaar. Wie een fles onder de tien euro aantreft, moet hem lekker laten staan. Daarboven begint het gewoonlijk pas. Dan wordt de investering beloond met dat typische terroir van pittige zuren, strak wit fruit, staal en vuursteen. Door deze smaakstructuur is het de ideale disgenoot voor oesters, maar neem dan wel een niet op hout opgevoede. Die oesteraffectie heeft de wijn te danken aan de van kalk vergeven grond waarin de stokken groeien. Ooit, ten tijde van de Jura, was Chablis een binnenzee en nu is het een laatste rustplaats voor de schelpdieren die er toen leefden. En dat proef je.
Chai: De wijnopslagruimte. ‘Mise en bouteille dans nos chais’ wordt vaak gezien als een kwaliteitsaanduiding, maar trek zelf je conclusies.
Chambreren: Het op serveertemperatuur laten komen van een fles rode wijn welke uit de wijnkelder of wijnkast komt.
Champagne: Wijnbouwgebied in het noordoosten van Frankrijk, niet ver van Parijs. Jaarlijks goed voor ruim driehonderd miljoen flessen, waarvan tachtig procent jaartalloos. Volgens overleveringen werd hier de methode uitgedokterd om wijn een tweede gisting op fles te laten krijgen. De belletjes waarmee dit gepaard gaat kunnen er niet uit en voilá, schuimwijn is het resultaat. Uitvinder van deze ‘methode champenoise’ is de monnik Dom Pérignon die daarna liefdevol tot merk werd gebombardeerd door het grootste Champagnehuis, Moët et Chandon. Hij werd daarvoor beloond met het eeuwige leven en is thans een veel geziene gast in sterrenrestaurants, nachtclubs en bordelen. Over de oorsprong van ‘de methode’ zijn de meningen echter verdeeld. Er zijn manuscripten in Londen gevonden waaruit blijkt dat men in Engeland veel eerder belletjeswijn had uitgevonden. Maar goed, wie maalt er eigenlijk om? Ook Limoux claimt de première. Maar de CIVC, het Comité Interprofessionel du Vin de Champagne in Reims, heeft een beschermingsmuur rondom Champagne opgetrokken die niet bepaald van piepschuim is. Champagne is één van de best beschermde merknamen ter wereld. Ter illustratie: de geslaagde Champagne coupe op de ‘methode champenoise’. Een begrip dat ook door belletjeswijnproducenten van buiten de Champagnestreek op het etiket gezet werd als aanduiding dat, evenals Champagne, ook hun wit een tweede vergisting op fles heeft genoten. Dat mag nu niet meer: de aanduiding is vervangen door ‘methode traditionelle’. Recente uitspraak van het Europees Gerechtshof: de wijnmakers uit het Zwitserse plaatsje Champagne, producent van louter ‘stille’ witte wijnen (270.000 flessen, slechts bestemd voor lokaal gebruik) mogen hun eigen naam niet meer op het etiket zetten. En dat terwijl er in het Zwitserse Champagne al sinds de Romeinse tijd wijn wordt gemaakt en men in de buurt van Reims pas rond 1700 met de belletjeswijn begon.
Champanski: Witte Russische mousserende wijn, vaak zeer zoet.
Chaptalisatie: Het toevoegen van suiker aan de gistende most om het alcoholgehalte van de wijn op pijl te brengen.
Chardonnay Wereldmerk: Equivalent voor witte wijn. Ongekende prestatie van een druif die nog geen procent van het wereldwijde wijngaardarsenaal beslaat. Begon zijn zegetocht volgens overlevering in het plaatsje Chardonnay in Bourgogne nauwelijks een jaar of dertig geleden. In deze streek worden volgens de liefhebbers dan ook de mooiste Chardonnays gemaakt. Wijnmakers van over de hele wereld meenden dat ook zij dat konden. Kopiëren was het gevolg. Helaas was de kwaliteitsbijdrage van deze na-apers vaak ondermaats. De kwantiteitsinput volgde echter de tegenovergestelde route. Dit leidde tot een stortvloed van vinologische verschrikkingen, vooral uit Nieuwe Wereld landen. Bombardementen van exotisch fruit, rivieren van vloeibaar hout (welbeschouwd alleen geschikt om rotte kozijnen mee te repareren) en vanillevlawijn. Maar ook slappe, zure narigheid omdat sommige boeren geen maat konden houden en zo hoog mogelijke rendementen uit hun akkers wilden persen om aan de hysterische vraag te voldoen. Thans is de gekte enigszins uitgewoed. De wijnboeren in zowel de Oude als de Nieuwe Wereld beginnen hun eigen terroir te ontdekken en te respecteren. En dat geeft steeds lekkerder en ‘eigener’ wijnen die de drinker blijven verrassen door het ongekende scala van kleuren, geuren en smaken die hij zijn glas aantreft. Van bijna transparant witgroen tot compact, honingkleurig geel. Van een ingetogen geur van gras, stro en onrijpe appeltjes tot een overweldigend aroma van passievrucht, kokos en mango. Van koel, strak en mineraal en delicaat tot een succesnummer vol perzik, vanille, room, Butter scotch en geroosterde amandelen. Soms kost een fles met dergelijke inhoud maar een paar euro, soms enkele honderden.
Château: Bekende term voor een wijnkasteel waar druiven worden geteeld en wijn wordt geproduceerd. Veel gebruikte term in de Bordeaux.
Châteaubotteling: Wijn die op hetzelfde Château is gebotteld als waar de druiven zijn verbouwd.
Chenin blanc: Een van de belangrijkste witte druiven uit de Loire. Kan fabuleus zoet opleveren. Is ook op reis geweest en heeft zich voornamelijk in Zuid-Afrika gevestigd waar hij al snel bulkwitproducent werd en ook wel als ‘steen’ door het leven gaat. Heeft het daar momenteel niet makkelijk en wordt volop gerooid.
Chianti: Rode Italiaanse ster uit Toscane met als basis ingrediënt de fameuze Sangiovesedruif. Verkrijgbaar van kassakoopje tot geruststellend kostbaar. Alhier populair geworden tijdens de eerste symptomen van de Pizzapest die zich in de jaren tachtig aandiende. Werd toen nog geleverd in koddige mandflesjes die zelden afgevuld waren met lekkere wijn. Degradatie tot plafondversiering was hun terechte lot. Wie echter een puik exemplaar weet te bemachtigen mag, in geval van een eenvoudige editie, een frisfruitige en pittige wijn in zijn glas begroeten. In de beste gevallen hebben we te maken met donkere, rijke, gevulde en intrigerende wijnen waarin bittere kersen, viooltjes, kruiden, karakteristieke hoge zuren en een theeachtige afdronk zijn te vinden. Deze grote jongens hebben dan Chianti Classico of, als de wijn afkomstig is van een enkele wijngaard, Chianti Classico Reserve op het etiket staan.
Chili: Perfecte omstandigheden, warme, droge zomers, voldoende smeltwater van de Andes, goede grond, nauwelijks diertjes en schimmels die de stokken of de druiven te lijf gaan en goedkope werknemers. Met andere woorden, eigenlijk moet je wel een ontzettende oelewapper zijn om daar geen fatsoenlijke wijn in een fles te krijgen. En die is dan ook volop aanwezig. Vooral van de oude bekenden Cabernet Sauvignon, Merlot en Shiraz voor rood en Chardonnay en Sauvignon blanc voor wit. Maar er wordt nu ook volop gescoord met ‘eigen druiven’ zoals de Carmenere. Het startschot voor het succes klonk eind 19e eeuw. De rest van de wijnwereld werd toen geteisterd door meeldauw en phylloxera, maar deze bereikten het verre Chili niet. Toen al werd de fundering gelegd onder een wijnindustrie die de wereld echt veroverde in de jaren negentig van de 20e eeuw. De economie floreerde vooral omdat de democratie hersteld was en ook buitenlanders weer konden investeren. In eerste instantie werd de markt verrast door zeer voordelige wijnen van onberispelijke kwaliteit van rond de 5 euro en minder. En nu speelt het land zich steeds meer in de kijker met (vooral rode) wijnen in het hogere segment. Enige punt van aandacht: die voordelige wijnen worden langzamerhand steeds duurder.
Chocola: Een smaak omschrijving in rode wijn, veelal betreft het hier een dikke Shiraz uit Australië. Chocola als toetje is een notoire lastpak als er nog wijn gedronken moet worden. Banyuls overleeft het, Pedro Ximenez kan het aan, Maury, Mavrodaphne, een enkele zoete sherry en een top Zinfandel.
Citrus: Smaakomschrijving die opgaat voor veel witte wijnen. De hele citrus familie kan aan bod komen. Citroen, limoen, mandarijn, sinaasappel, grapefruit. Belangrijk, want een goede wijn kan niet zonder zuren.
Classic: Tweedeling in Duitse wijnen om de consument meer duidelijkheid te verschaffen in de meest gecompliceerde wijninformatiesystematiek van de wereld. Classic garandeert je ‘een droge Cepage wijn voor alledaags drinkgenot’. Wat minder alledaagse drinkbehoefte? Dan ben je iemand voor de ‘Selection’, de hoogste aanduiding voor droge wijn. Een maximum opbrengst per hectare is gegarandeerd evenals het feit dat de wijn tijdens een blindproeverij aan de tand is gevoeld. Maar ondanks deze versimpeling wil de rage rondom Duits mondiaal maar niet losbarsten.
Classificatie: Wijnen worden ingedeeld kwaliteitscategorieën, bijvoorbeeld: Grand Cru, Premier Grand Cru, etc.
Climat: Term in de Bourgogne voor een individuele wijngaard of appellation.
Clos: Franse term voor een specifieke ommuurde wijngaard. Komt veel voor in de Bourgogne.
Complexiteit: Een term die wordt gebruikt bij wijnproeven. Een complexe wijn heeft veel verschillende smaken in zich.
Concentratie: Is een procedure bij vinificatie. Vóór de vergisting wordt er sap/water aan de most onttrokken, zodat er een geconcentreerdere wijn ontstaat.
Coöperatie: Een kelder die gemeenschappelijk wordt bestuurd door een groep wijnboeren. Ongeveer 30% van de Franse wijnproductie wordt voortgebracht door meer dan 1.000 coöperaties.
Côte: Niets meer en niets minder dan een Franse helling, maar wordt ook nog wel een gebruikt om extra kwaliteit te suggereren. Dat klopt in die zin dat wijnstokken die op een helling staan vaak meer zon krijgen dan die op ‘de begane grond’. Maar als er vervolgens een slechte wijnmaker met de druiven aan de slag gaat, hebt je alsnog vieze wijn.
Crémant: Is mousserende wijn uit Frankrijk en andere Franssprekende gebieden. De wijn wordt gemaakt volgens de méthode traditionnelle.
Cru: In Frankrijk is het vooral bekend door de tien crus die de Beaujolais telt, zijnde de dorpen die er de beste wijnen maken. Op papier dan. In Piëmont is het overigens een afgebakende wijngaard.
Cru bourgeois: Is een kwaliteitsaanduiding in de Bordeaux streek. Deze kwalificatie staat in rang onder die van de Cru classés.
Cru classé: Kwaliteitsaanduiding voor de beroemde châteaux in de Bordeaux streek.
Coulure: Verschijnsel in de wijngaard waarbij een deel van het potentiële fruit geen vrucht zet tijdens de bloei in de vroege zomer. Het gevolg is een lage opbrengst druiven tijdens de oogst.
Crianza: Is een soort wijn, maar voor crianza gelden verschillende regels over rijping op het vat en op de fles per gebied.
Cru: Is een Frans woord en betekent letterlijk “gewas”. Wijnen met het etiket cru komen van de beste wijngaarden binnen een bepaald gebied.
Crush: In de “nieuwe wereld” wordt deze term veel gebruikt voor de druivenoogst en het wijn maken.
Cuve: Is Frans voor een kuip of tank waarin de wijn gemaakt wordt of gerijpt wordt.
Cuve Close: methode Is een methode om mousserende wijn te maken. De tweede gisting vindt niet plaats in de fles maar in een grote afgesloten tank.
Cuvier: Het gebouw waarin de gisting plaatsvindt en de cuvés staan. Term die veel wordt gebruikt in de Bordeaux.
E
Eikenhout: Veel wijnen worden in contact gebracht met eikenhout, in de vorm van eikenhouten vaten of soms ook houtsnippers om de wijn een extra smaakdimensie te geven.
Eiswein: Zeer zoete wijn van druiven die aan de wijnstok zijn bevroren. Het is een Duitse en Oostenrijkse specialiteit.
Elzas: Wijn producerend gebied sedert de Middeleeuwen. Soms Duits, soms Frans. Verschil met de Duitse manier van wijn maken: de Elzasser wijnboer laat alle druivensuiker tot alcohol fermenteren. Resultaat: drogere en vollere wijnen. Overzichtelijke streek qua wijnwetgeving. Er bestaat AC Alsace, AC Alsace Grand Cru en AC Crémant d’Alsace. Bovendien is het de enige appellation waar de wijnen genoemd worden naar de druiven waar ze van zijn gemaakt. Als meest ‘edele’ worden Riesling, Muscat, Gewürztraminer en Pinot Gris gezien. Alleen deze vier kunnen aanspraak maken op de grand cru status. Helaas zit de Elzas in hetzelfde verdomhoekje als Duitsland. Ook de Elzassers worden nog als ‘te zoet’ ervaren. Een regeling dat wijnen die minder dan 9 gram restsuiker per liter tellen ‘sec’ op het etiket mogen zetten, zet geen zoden aan de dijk. Er is nog immer sprake van aanhoudende eb van het marktaandeel. Helaas. De beter soorten zijn prachtige aperitieven en bovendien ideale begeleiders van de hier zo populaire Indonesische en Indiase keuken.
En Primeur: Dit zijn wijnen in de “voorverkoop”. Wijnen die al verkocht worden voordat hij is gebotteld. Het is een gangbare manier van doen in de Bordeaux.
Enten: Is een techniek waarbij het vruchtdragende deel (bovenste) van de wijnstok op een andere onderstam word geënt. Vaak op een onderstam die resistent is tegen ziektes.
Estate: botteling Wijn die is gebotteld op het “estate” waar de druiven ook vandaan komen.
Espumante: Is een mousserende wijn uit Portugal.
Extra brut (Cava): Wijnen die 0 tot 6 gram suiker per liter bevatten.
G
Garagewijn: Vin de Garage. Garagewine. Niet te verwarren met de wijn in jouw garage, omdat je geen wijnkelder hebt. Is een uit de hand gelopen grap in Bordeaux. Een handjevol wijnmakers startte op piepkleine percelen met een piepkleine productie dankzij piepkleine rendementen met de bedoeling om daar zeer grote wijnen van te maken. De geoogste hoeveelheid past makkelijk in de garage, vandaar. Nu een serieuze grap geworden, vooral door de astronomische bedragen die voor deze collectors items worden betaald. Heel soms terecht. Volgens niet-officiële bron is ook de carport in ontwikkeling: een vintageport die in dermate minieme hoeveelheden wordt geproduceerd dat deze op de achterbank van een kleine personenauto past.
Garrafeira: Portugal. Is het rode wijn dan moet deze minstens drie jaar op eikenhout hebben gerust. Is het wit dan moet hij minimaal een jaar van zijn jeugd tussen planken hebben doorgebracht. Nog een vereiste: 0,5% meer alcohol dan het vereiste minimum.
Gemaderiseerd Maderisé (Frans). Maderizato (Italiaans): Een wijn die door invloed van zuurstof geoxideerd is en daarom niet fris meer smaakt. Soms is dat juist de bedoeling. Sommige witte wijnmakers verfoeien die zorgeloze fruitbommetjes en maken hun wijnen juist op de ‘ouderwetse manier’. Roestvrij staal moest toentertijd nog uitgevonden worden en wijnen vergistten en rijpten op eikenhouten vaten of foeders. Ook bestonden er nog geen ‘dekens’ van stikstof die over de net geplukte druiven werden gespoten om contact met zuurstof zoveel mogelijk te beperken. Het is een stijl die doorgaans geen volle zalen trekt. Ook de ouwe vertrouwde Marsala wordt op deze manier gemaakt. Op Sicilië reppen de wijnmakers dan over ‘Marsallato’. Dat mag niet baten. De laatste jaren wil het niet vlotten met deze versterkte wijn die ooit in één adem werd genoemd met Sherry en Madera. En wie weet hoe populair die momenteel zijn, kan zich voorstellen dat steeds meer Marsala producenten hun wijngaarden omturnen naar ‘normale’ wijn.
Gematigde klimaatzones: Niet te heet, niet te koud, niet te vochtig; het ideale klimaat voor wijn. Deze gebieden vinden we op het noordelijke halfrond tussen de 40 en 50° noorderbreedte en op het zuidelijk halfrond tussen de 30 en 45° zuiderbreedte.
Geoxideerd: Oude wijn of wijn die in aanraking is geweest met te veel lucht waardoor hij een bruine kleur heeft, z’n fruitige aroma’s kwijt is en daarvoor in de plaats overrijpe en vaak ook zure aroma’s heeft gekregen.
Gist: Eencellige micro-organismen (zwammen) die van nature voorkomen op de schil van de druif. Zij brengen de alcoholische gisting op gang en zijn onmisbaar bij de bereiding van wijn.
Grenache: Is van herkomst een Spaanse druivensoort en wordt, vanwege de dunne schil met weinig pigment, veel gebruikt voor de productie van rosé en blendwijnen. Het is waarschijnlijk de meest aangeplante blauwe druivensoort ter wereld.
Grand Cru: Veel gebruikte term in de Bordeaux en Bourgogne die de allerbeste wijngaarden aanduiden.
Grand Crus classé: 1855 Keizer Napoleon III vroeg voor de wereldtentoonstelling van Parijs in 1855 om een classificatie voor de beste wijnen van de Bordeaux, die daar geëxposeerd werden. Wijnhandelaren hebben daarop gereageerd door een systeem in het leven te roepen, waarbij châteaux geclassificeerd werden op basis van reputatie en handelsprijs van de wijnen. Het resultaat was de Classificatie van Bordeauxwijnen van 1855.
Gran Reserva: Spaans, rode wijnen die minimaal 24 maanden in houten vaten rijpen en minimaal 36 maanden in de fles. Witte en roséwijn rijpen in totaal 48 maanden, met een minimum van 6 maanden in het vat. Aantal maanden rijping in vat en op fles verschilt per gebied/land.
Groeikracht: Is de neiging van een wijnstok om blad aan te maken. Een groeikrachtige wijnstok kan te veel bladeren ontwikkelen waardoor de vruchtzetting stagneert.
Grüner Veltliner: Oostenrijks troef op de wereldwijnmarkt (ruim een derde van alle ‘witte’ wijngaarden aldaar). Vooral in Wachau, Kamptal en Kremstal. Levendig, pittig, peperig, met wit fruit, gele citrusvruchten en altijd met een karakteristiek grapefruitbittertje op het eind. Sommige licht en levendig, andere juist rond, vol en sappig. De wijnen van goede kwaliteit kunnen met gemak vijf jaar ouderen. Liefhebbers menen dan ook dat Grüner Veltliners zich moeiteloos kunnen meten met de beste wijnen van Europa. En kenners beamen dat. Jancis Robinson, één van ’s werelds vooraanstaande wijnschrijvers, zette in een blindproeverij top Bourgognes en de beste Grüner Veltliners door elkaar. In de uiteindelijke top-tien belandden zeven Oostenrijker
I
INAO: Institut National des Appellations d’Origine des Vins et des Eaux-de-Vie. De Franse instelling die definieert aan welke eisen de wijngaard, de gebruikte druiven, de geografische ligging en de wijn maak methode moet voldoen om appellation contrôlée op het etiket te mogen zetten. Is ook verantwoordelijk voor de herkomstbepaling van kazen en andere voedingswaren.
IPR: Is de op één na hoogste categorie kwaliteitsaanduiding voor Portugese wijnen. Het staat voor “Indicacão de Proveniencia Regulamentada”.
Irrigatie: In principe houden druiven van droog. Hard werken voor het dagelijkse portie vloeibaar voedsel levert vaak gezonde, krachtige druiven en dus smakelijker wijn op. Van te veel water wordt de wijn waterig, maar te weinig is ook niet goed. In Europa waar aan hemelwater geen gebrek is, komen de wijngaarden niet gauw tekort. Maar in landen zoals de Verenigde Staten, Australië, Chili en Argentinië is wijnbouw niet mogelijk zonder dat de natuur een handje wordt geholpen. In beide Zuid-Amerikaanse landen wordt de hulp ingeroepen van smeltwater uit de Andes dat vaak nog in irrigatiekanalen uit de 19e eeuw wordt opgevangen. Moderne wijnbouwers stappen echter steeds meer over op drip-irrigatie, te herkennen aan tussen de wijnranken geplaatste zwarte, rubberen leidingen die op gezette, door de computer aangegeven tijden de rank van water voorzien. In de VS en Down Under wordt er eigenlijk alleen maar op deze manier gewerkt. In Frankrijk daarentegen staat er zo’n beetje de doodstraf op. Slechts in het zonnige zuiden mogen wijngaarden, gewoonlijk alleen als er jonge stokken op staan, hulp van buitenaf krijgen. Het wordt daar dan ook weer geen irrigatie, maar vochtcompensatie genoemd.
Irrigeren: Is het kunstmatig besproeien van de wijngaard.
Italië: Samen met Frankrijk de grootste wijnproducent ter wereld. Afhankelijk van de oogstresultaten is het ene jaar de één de grootste en het jaar daarop weer de ander. Dit wil overigens niet zeggen dat men ook het grootste wijngaard arsenaal in deze landen aantreft, want dat bevindt zich in Spanje. In tegenstelling tot Spanje en Frankrijk tiert overal in “De Laars” de wijnrank welig. Vanaf de Alpen in het hoge noorden tot in het diepe zuiden van Sicilië. De belangrijkste twee gebieden zijn Piëmont en Toscane. Tot voor kort bekommerden de Italianen zich niet erg om de kwaliteit van hun rood, wit of rosé. Wijn was een levensmiddel. Nu zij hun dagelijkse portie echter steeds meer als genotsmiddel gaan zien, gaat ook de kwaliteit met sprongen omhoog. Er wordt al gerept over een metamorfose van de wijnindustrie. De voorspellingen zijn dan ook dat binnen tien jaar Italië het meest verrassende wijnland van de wereld zal zijn. Er wordt zelfs al gerept over de Gouden Eeuw voor Wijn die zou zijn begonnen. Daarvoor zijn oude wijndomeinen op de schop gegaan en worden er nieuwe aangelegd. De kortstondige liefde voor de alom bekende, overal groeiende internationale variëteiten is bekoeld. De kracht van het land is dat iedere streek een eigen, inheemse druif heeft. Oude, karakteristieke rassen en moderne technologie maken straks het onderscheid tussen confectiewijn en wijnen met een heel eigen karakter. Enige puntje van zorg: de volstrekte onduidelijkheid in de wijnwetgeving. Maar daar hebben meer Oude Wereld wijnlanden last van. Lichtpuntje: het mag dan vaak onduidelijk zijn wat er in de fles zit, het is steeds vaker wel lekker.
K
Kabinett: Slechts een “Qualitätswein mit prädikat” kan kabinett genoemd worden. Het gaat dan om de minst rijpe (in de Duitse wetgeving draait veel om de rijpheid van de druiven) en dat resulteert in een lichte, vrij droge wijn met een mooie structuur.
Kalkrijk: Is een term die bij het beschrijven van een bodem gebruikt wordt. Het is een aanduiding voor een bodem die veel kalk bezit. Het komt veel voor in de Bourgogne.
Kamertemperatuur: Hardnekkig misverstand: rode wijn drink je op kamertemperatuur. Maar warm rood slaat dood. Of het moet Glühwein zijn. Het achter etikettendecreet “serveer deze wijn op kamertemperatuur” is er eentje uit de tijd dat onze woning nog niet centraal werd verwarmd. Want dankzij de zegeningen van de HR-ketel voelen wij ons misschien wel behaaglijk, voor ons glaasje rood is gemiddeld 21° C te veel van het goede. Dan wordt hij log, sloom en alcoholisch. En dan begint vooral toprood te verlangen naar vroeger: toen kamertemperatuur een graaf of 18 was. Fijne Bordeaux is dan bijvoorbeeld volledig in zijn element. Voor mooie Bourgogne is dat al weer te warm, die voelt zicht echt behaaglijk bij 16° C. Hoge Rhône, dikke Zinfandel en super Italianen als Barolo en Chianti voelen zich pas prettig als het kwik gezakt is tot 14° C. Om helemaal een bom onder het kamertemperatuur-credo te leggen, zijn er ook rode wijnen waarvoor zelfs 14° C nog aan de hoge kant is. Bijvoorbeeld Beaujolais, gemaakt van de Gamaydruif, die wijn oplevert die stuift van de geur en barst van het fruit. Op zijn lekkerst tussen de 10 en 12° C. Dat betekent dus in de meeste gevallen toch koelen. Let wel: te koud is niet lekker. Dan proeft u het fruit niet meer, het zoet verdwijnt en bitterzuur verschijnt. En veel te koud verdooft de smaak papillen dan proeft u helemaal niks. Beaujolais is niet de enige die gebaat is bij een koele ontvangst. Ook Gamay, Pinot Noir en Cabernet Franc uit de Loire laten zich dan van hun beste kant zien. Eveneens voor het predicaat ‘koel rood’ komen Merlot uit Chili, Tempranillo uit Spanje, Bonarda uit Argentinië en flink wat Italiaanse druivenrassen in aanmerking. Vaak gaat het hier om jonge eenvoudige wijnen die geen “hout” hebben gehad. De tannines van het hout hebben nogal eens de neiging om de baas over het jonge fruit te spelen.
Karakter: Beschrijft de smaak van de wijn, bijvoorbeeld: droog, zoet, robuust, fruitig, etc.
Keller: Is de Duitse term voor kelder.
Klaren: Het helder maken van de wijn. Via filtering (de meest grove manier) of door eiwitten of bentoniet aan de wijn toe te voegen. Deze binden zich met de vaste stoffen die neerslaan en makkelijk verwijderd kunnen worden. Ook koeling (koude stabilisatie) van vooral commerciële wijnen zorgt voor transparantie, omdat door deze lage temperaturen de ontstane wijn kristallen naar de bodem zakken. De dure variant van kostbare wijnen: tijd, rust en van tijd tot tijd de wijn naar een ander vat oversteken.
Klaring: Het helder maken van de net vergiste wijn door het toevoegen van klaringsmiddelen als eiwit of bentoniet. Het middel trekt “zwevende” deeltjes aan en neerslaat naar de bodem.
Klimaatkast: Wijnkelder voor kelderlozen. Voordeel: alle wijnen kunnen precies op de juiste temperatuur bewaard worden. Nadeel: een beetje liefhebber heeft er al gauw meerdere nodig. Maar ook dat is geen probleem, EuroCave heeft er genoeg.
Klonen: Kraait geen haan naar in wijnland. Sterker nog, is een volstrekt geaccepteerd fenomeen. Zonder klonen geen wijnindustrie. Vanuit een “modelrank” met bepaalde gewenste karaktereigenschappen worden meerdere plantjes met hetzelfde DNA gereproduceerd. De huidige stand van de techniek geeft de wijnmakers de keuze voor hogere dan wel lagere opbrengsten, voor meer dan wel minder kwaliteit, voor virussen en ziekteongevoelige ranken en koude resistente modellen. Het is nog slechts wachten op klonen die ook de marketing van de wijn doen.
Koffie: Na de wijn graag. Koffie voor wijn maakt goed proeven en genieten schier onmogelijk. Ook: een geurterm die wel eens opduikt als er sprake is van rood op leeftijd.
Kokosnoot: Geliefd bij liefhebbers en vooral terug te vinden in Nieuwe wereld Chardonnay.
Koppig: Koppige wijntjes komen steeds vaker voor. Is een aanduiding die steeds vaker gebezigd wordt, omdat de huidige stand van zaken in de wijn maak technologie en de ver vooruitziende blikken van de Erwin Krolls van deze wereld de boeren in staat stelt rijpere druiven te oogsten. Rijper betekent meer suiker en meer suiker zorgt voor meer alcohol. Dat levert dan ook met te grote regelmaat witte en rode wijnen met alcoholpercentages op van 14% en hoger. Vaak wordt het eventueel aanwezige fruit weggedrukt ten faveure van branderigheid.
Kostprijs: Er wordt wel beweerd dat echte wijn onder de € 4,00 niet bestaat. Accijns, warehousing en transport kosten € 0,70 per fles. Vervolgens komt er € 1,50 bij voor de zogeheten droge stoffen, de fles, de kurk, de capsule, het etiket en de doos. Maar dan zit er nog geen rood, wit of rosé in. Afhankelijk van wat die kost, en van de hoogte van de marge voor de leverancier en de verkoper, wordt daar weer BTW over geheven. Voordelige uitzonderingen bevestigen de regel. Vooral de supermarktoorlog zorgt voor een neergaande beweging in de prijsspiraal.
Koude fermentatie: Het vergisten van vooral witte wijnen bij lage temperaturen. Wordt veel toegepast in de warmere klimaten.
Kruiden: Geur- en smaak- omschrijving bij vooral rode en roséwijnen. Laurier, tijm, rozemarijn, herbes de provence, kaneel, speculaaskruiden, witte en zwarte peper. Het hele kruidenrek rukt uit.
Kruisbessen: Veelvoorkomende en nadrukkelijke smaak in vooral Sauvignon Blanc wijnen uit de Loire of Nieuw-Zeeland.
Kunstmest: Uit den boze in de biologisch-dynamische wijnbouw. Daar wordt gebruik gemaakt van organisch materiaal. Ook in de normale industrie wordt geminderd. Te veel klachten over lege, uit de grond getrokken druiven. En uitgeputte wijngaarden doen steeds meer wijnmakers terugkeren naar vroeger. Sommige etiketten maken zelfs al gewag van het feit dat de wijn die er achter schuilt organic is.
Kurk: Zit op de fles, maar wordt tegenwoordig steeds vaker van zijn plek verdreven door Stelvin (de schroefdop) of een kunststof afsluiting. Steeds meer wijnmakers doen de kurk in de ban. Want wie kurk gebruikt, heeft grote kans op kurk. Een bacterie die luistert naar de chemische benaming 2,4,6- trichloranisole en een wijn naar natte, oude hond, een muffe kruip ruimte of een schimmelende dweil laat ruiken en smaken. De kurkindustrie claimt overigens dat de hoeveelheid infecties wel meevalt en dat deze ook kan ontstaan door de kisten en door schimmels in combinatie met schoonmaakmiddel. De marktleider, het Portugese Amorim, houdt het op één klacht per achthonderd miljoen door hun geproduceerde kurken, maar voor de totale industrie doet een percentage van 5% de ronde. Maar wie twaalf flessen oudere wijn van één soort zou opentrekken, treft waarschijnlijk geen fles die hetzelfde smaakt. Immers, kurk is een natuurproduct en daarom is er geen één identiek. Kurk komt daarom steeds heviger ter discussie te staan.
Kurkentrekker: Een goede heeft een open spiraal waar een lucifer doorheen gestoken kan worden. Een dichte draait de kurk stuk. Met respect voor al leuke designdingetjes: de klassieke kelnerhefboom kwijt zich nog steeds het beste van zijn taak.
Kwaliteit: Hiermee beoordeel je een wijn, bijvoorbeeld: zeer goed, goed, matig en slecht.
Kwaliteitsindeling: Het indelen van wijn in verschillende kwaliteiten. Dit is verplicht in de EU-landen. Bijvoorbeeld: Vin de Table, Vin de Pays en AOC.
M
Macération pelliculaire: Schilcontactwijn. Een techniek om meer smaak en geur aan witte wijn te krijgen door de schillen vier tot twaalf uur voor het gisten bij het sap te laten. Te lang werkt averechts en heeft rare bitters tot gevolg.
Malbec: De druif van Cahors, in het Franse zuidwesten waar hij als cot, côt en Auxerrois door het leven gaat. Inmiddels de trots van de Argentijnen die hem nota bene in de jaren tachtig bijna de nek om hadden gedraaid omdat ze geen heil in deze druif zagen. Net op tijd tot inkeer gekomen. Nu is hij het rode uithangbord van het land en kan hij in de juiste handen tot verbluffende resultaten komen. Donkerpaarse wijnen, geurend naar viooltjes. Veel zwoel, rijp, rijk, dik donker fruit. Zachte tannines. Een rode-wijnliefhebberswijn.
Macereren: Het in laten weken van druiven.
Magnum: Is een fles met een inhoud van 1,5 liter, 2 maal een “gewone” wijnfles.
Malolactische fermentatie: Is een vinificatie techniek waarbij het scherpe appelzuur onder invloed van melkzuurbacteriën en warmte om wordt gezet in het mildere melkzuur. Geeft dus een verzachtend effect aan de wijn.
Meeldauw: Is een schimmelziekte die op de loer ligt in de wijngaard. Gebruikelijke behandeling is bespuiten.
Melange: Is de samenstelling van meerdere basiswijnen die bij elkaar worden gevoegd vóór het bottelen. Het resultaat heet een blend wijn.
Merlot: Is een druivenras, voor het eerst in boeken vermeld in 1784 als één van de betere rassen in het gebied van Libourne. De naam zou afkomstig zijn van het Franse woord merle (merel). Het is een druivenras die behoort tot de klassieke druiven van de Bordeaux en is de belangrijkste druif in Saint-Emilion en Pomerol.
Mesoklimaat: Het klimaat dat heerst op een klein stukje land.
Méthode Champenoise: De manier om Champagne te maken door middel van een tweede vergisting op fles. Veel andere belletjeswijnen worden op precies dezelfde manier gemaakt, maar dat mogen ze van de Champagneboeren niet meer op hun etiket vermelden. Zij zijn nu aangewezen op de omschrijving ‘methode traditionelle’, in Italië metodo classico en in Zuid-Afrika methode Cap Classique. De grap is overigens dat je op een Champagne etiket vergeefs zal zoeken naar het begrip methode Champenoise.
Méthode Charmat Manier: om bulkbelletjeswijn te maken. De wijn ondergaat zijn tweede gisting niet op fles, maar in roestvrijstalen tanks, waarna de botteling volgt. Wordt ook wel aangeduid als cuve close.
Méthode Gazéïfiée: Is een methode om mousserende wijn te maken. Het koolzuurgas is niet ontstaan door een tweede gisting op fles, maar wordt net als bijvoorbeeld bij cola ingespoten.
Methode Traditionelle: Wijnbereiding in twee stappen. De eerste gisting op vat of tank en de tweede gisting in de fles. Doordat het bij de tweede gisting ontstane koolzuur niet kan ontsnappen lost het in de wijn op en ontstaat een mousserende wijn. De term Méthode Traditionnelle mag buiten de Champagnestreek gebruikt worden.
Millerandage: Is een Franse term voor ongelijkmatige vruchtzetting tijdens de bloei die kan resulteren tot ongelijkmatige rijping van de druiven.
Mineraal Mysterieus: smaakelement in wijn. Wie goed zijn best doet, kan het proeven in wijnen die van druiven zijn gemaakt afkomstig van een vuursteen, leisteen, kalk of lava ondergrond. In Sancerre koketteren ze ermee en is ‘flint’ (vuursteen) zelfs een soort handelsmerk geworden.
Mise: Is Frans voor het bottelen van de wijn. “Mise en bouteille au Château/Domaine” betekent op het Château/Domaine gebotteld.
Mis en bouteille: Vaag begrip dat flirt met kwaliteit, maar niets anders wil zeggen dan ‘gebotteld’. Vaak is dat ‘au chateau’ gebeurd, eventueel in een mobiele bottelarij die op afroep besteld kan worden en op het erf geparkeerd wordt. Een uitkomst voor wijn bedrijven die niet groot genoeg zijn om een bottelinstallatie aan te schaffen of die juist zo groot zijn dat zij niet voldoende capaciteit hebben om alle wijn zelf te bottelen. Klinkt allemaal vertrouwenwekkend, maar als de inhoud niet goed is, valt een echte chateaubotteling ook tegen. De enige garantie is dat er – in tegenstelling tot ‘mise en bouteille par…’ – ook de wijn in de fles zit zoals de wijnboer die bedoeld had. Wie zijn voorraad verkoopt aan een handelaar, kan deze nog wel eens in een totaal andere samenstelling in de fles aantreffen.
Monocépage: Zijn wijnen die gemaakt zijn van één cépage, één druivenras.
Most: Het ongegist sap van druiven.
Moulleux: Letterlijk ‘met merg’. Nu is deze botvulling niet terug te vinden in bijvoorbeeld de Bouvray en Coteaux du Layon wijnen die dit op hun etiket hebben staan, maar wel een fikse portie restsuiker. Hun smaak is zoek, romig en rond.
Mousserende wijn: Wijn die bruist, belletjes heeft en dus koolzuur bevat.
O
Oenoloog: Een oenoloog is een wijnbouwkundig ingenieur.
Oesterwater: Het alias waarmee Chablis zich presenteert. Dankt deze aan de van kalk vergeven grond waarin de stokken groeien. Ten tijde van de Jura was Chablis een binnenzee en nu is het een laatste rustplaats voor de schelpdieren die er toen leefden. Maar attentie! Niet alle Chablis is ‘oesterwater’. Vaak smaken juist de complexe, op hout gelagerde Chablis wijnen met een Grand Cru of Premier Cru status beduidend minder bij deze delicatesse dan de veel simpelere die in hun jeugd ‘slechts’ roestvrij staal toegewezen hebben gekregen. Bovendien ontstaat er dan nog slechts ‘a marriage made in heaven’ als de oesters rauw worden gesavoureerd en de wijnazijn met uitjes als extra smaakmaker vermeden worden.
Omgekeerde osmose: Een manier om most te concentreren en dus krachtiger, smaakvollere wijn te maken. De most wordt gefilterd waarbij water achterblijft. Omgekeerde osmose wordt naar hartenlust ingezet bij oogsten die veel regen te verduren hebben gehad. Kent zowel voor- als tegenstanders. Familie van omgekeerde osmose is cryo-extractie hetgeen klinkt alsof het sap dan in een baan om de aarde wordt gestuurd. In werkelijkheid is het slechts een systeem waarbij ‘verdamping’ plaatsvindt in een vacuümtoestand.
Onderstam: Het wortel dragende deel van een wijnstok.
Ongefilterd: Niet gefilterde wijn, waarbij droesem nog onder in de fles aan te treffen is.
Ontstelen: Voor sommige wijnboeren gaat de “table de trie” nog niet ver genoeg om hun druiven met de hand van smaakbepalende ongerechtigheden als blaadjes, takjes, steentjes en slakjes te ontdoen. Vooral in lagelonenlanden waar mankracht voordeliger is dan machines zetten ambitieuze wijnboeren veelal de dames aan het werk om het vlaggenschip te laten maken van druiven waar ook die piepkleine steeltjes op hun bolletje van zijn verwijderd. Heidens karwei, hemels resultaat. Want ook de minieme hoeveelheden tannine die in deze uiteindjes zitten, worden nu de toegang tot de wijn ontzegd. Een zachte, zalvende, romige rode wijn is de beloning.
Ontzuren: Is een vinificatie techniek die toegepast wordt in relatief koele klimaten waarbij het zuurgehalte van een wijn bewust wordt verlaagd, door toevoeging van kalk en soms water.
Oogsten: Het binnenhalen of plukken van het fruit. Dit kan handmatig of machinaal gebeuren. Soms gebeurd het ’s nachts, omdat het koeler is: om spontane gisting te voorkomen of omdat de wet een minimale temperatuur vereist (Eiswein). Soms gebeurd het bij volle maan (macrobiotisch). Vroeg oogsten doe je wanneer het een hete zomer is geweest (2003). Het fruit is dan al rijp (tannine) en met langer uitstellen van het oogsten, gaan alle zuren verloren.
Oogstjaar: Het jaar waarin de druiven zijn gelukt. Dit concept bestaat al sinds 121 v. Chr., het jaar dat Lucius Opimius consul werd. De wijn (van gedroogde druiven) uit dat jaar werd in het jaar 46 na Chr. nog gedronken en beschreven. Het duurde echter tot de 17e eeuw (toen de opslag van wijn verschoof van het vat naar de fles) voordat ‘oogstjaar’ echt een begrip werd. Wordt sinds die tijd aangegeven ter verduidelijking, maar zorgt bij het leeuwendeel van de wijndrinkers voor grote verwarring. Want was ‘het’ nou een goed of een slecht jaar? Gold dat voor wit of rood, of voor beide? Moet ik die fles nu drinken of kan ik nog wachten? Vroeger was het onthouden simpel. Toen hoefden we bij wijze van spreken alleen maar in de gaten te houden wat het voor weer was geweest in Bordeaux of Bourgogne en wie zich er enigszins in verdiepte, kon ook nog aangeven hoe de situatie in Bordeaux was geweest op de linker- en op de rechteroever. En de Bourgogne freaks wisten vaak ook wel wat we van de Côte de Beaune en de Côte de Nuits mochten verwachten. Maar inmiddels zijn de grenzen van de wijnwereld verlegd tot ver onder de evenaar. Juist in de Nieuwe Wereld waar het weer vaak minder uitschieters naar beneden en boven laat zien, zijn ook de verschillen in de wijnjaren kleiner. Echte mislukte oogsten komen er nauwelijks voor. En de moderne techniek (zowel wat betreft weersvoorspelling als tijdens de wijnmakerij) stelt ook de Oude Wereld in staat om het risico op volledige misoogsten in te dammen. Maar grote verschillen per jaar zijn er nog steeds. Nu gaat het te ver om hier de oogstkarakteristieken van ieder wijn producerend land en zijn regio’s te geven. Daar zijn zelfs aparte, vuistdikke boeken over geschreven. Maar als houvast geldt: Vintage Champagne en Vintage Port hebben een jaartal op de fles omdat deze alleen gemaakt worden in (zeer) goede jaren (gemiddeld drie keer per decennium). Rosé kan – op een enkele uitzondering na – het beste gedronken worden in het jaar na het oogstjaar op het etiket; anders verliest hij zijn fruit. En misschien nog het allerbelangrijkste is: goede wijnmakers maken in de slechte jaren juist goede wijn.
Oostenrijk: Onterecht op één hoop geveegd met Duitsland want er zijn heel veel verschillen. Zeer overzichtelijke wijnwetgeving en een grote vernieuwer. Als een feniks uit de as herrezen na het beruchte antivriesschandaal in 1985. Tekent nu voor opwindend wit dankzij de eigen ‘Grüner Veltliner’ die op instapniveau al heerlijke wijnen oplevert, maar ook zorgt voor absolute hoogvliegers. Gastronomisch zeer gewild. Prachtige Rieslings ook. Opwindend zoet, vooral dankzij de inspanningen van Alois Kracher in de buurt van Neusiedlersee waar de Edelrot zich zeer thuis voelt. Ook rood (20% van de wijngaarden inmiddels) begint langzaam maar zeker op internationaal niveau te komen.
Op dronk: Wanneer een wijn genoeg rijping heeft gehad om drinkbaar te zijn. De meeste wijnen zijn bij het bottelen al drinkbaar. Sneller op dronk betekent minder voorraadvorming en geschikt voor dagelijks gebruik.
Open: Een fles rode wijn van tevoren openen heeft als enig nut dat je hem anders niet leeg kunt drinken. De invloed van zuurstof via dat vierkante centimetertje is minder dan miniem. Is de fles eenmaal open en nog niet leeg, dan is goed en jong rood zo’n 24 uur houdbaar. Witte wijn is – afhankelijk van de kwaliteit van het gebruikte fruit – tussen de 24 en 48 uur houdbaar. Wel in de ijskast Of nog beter in een Wine Art van EuroCave (automatisch gevacumeerde wijnfles koeler)
Opleggen: Een wijn bewust laten rijpen in de fles. Meestal gedurende een aantal jaren.
Ouillage: De ruimte tussen de wijn en het vat of de wijn en de kurk in de fles.
Oversteken: Het overpompen/hevelen van de wijn van het gistbezinksel naar een ander vat.
Oude wereld: Omvat vooral Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië en hun bekende wijnbouwgebieden. De Oude Wereld voelde zich nog ouder toen deze werd ingehaald door de Nieuwe Wereld op het gebied van kwaliteit, marketing en communicatie, betrouwbaarheid, overzichtelijkheid en smaak. Heeft de oogkleppen nu af, maar hij zal nooit meer de oude worden.
Oude wijnstokken: Staan vaak in aanzien omdat ze de wijn door hun lagere opbrengst een hogere concentratie en kwaliteit geven. In Franse termen wordt gesproken over vieilles vignes.
Owc: Is een gangbare afkorting in veilingcatalogi voor “original wooden case”: de oorspronkelijke houten kisten.
Oxidatief: Rijpe, zwoele aroma’s tot naar zuur; de wijn heeft te veel contact met zuurstof gehad.
Oxidatie/oxideren: Een geoxideerde wijn is te lang in aanraking geweest met zuurstof. Een geoxideerde wijn smaakt niet meer fris.
Q
QmP: De hoogste kwaliteitsaanduiding voor Duitse wijnen. Staat voor “Qualitätswein mit Prädikat”.
Qualitätswein: Duits en geen enkele garantie voor kwaliteit, want 95% van alle wijn van onze Oosterburen krijgt dit op z’n etiket gestempeld, dus ook die van bedroevend allooi.
S
Sangiovese Is een blauwe Italiaanse druivensoort die de basis vormt van Chianti. De druif wordt in heel Italië verbouwd en geeft fonkelende rode wijn met een kruidige smaak.
Saumur Franse mousserende wijn uit de Saumur (dus niet Champagne).
Sauvignon Blanc Is een witte druif met een groenige schil, gebruikt voor de bereiding van witte wijn. Deze druif wordt in veel wijnlanden aangeplant. De oorsprong ligt in zuidwest Frankrijk. Het is de voornaamste druif in Sauternes en Barsac. Maar zeker ook in de Loirevallei. In meer streken maakt men van deze druif succesvolle wijnen. Zowel zoet als droog.
Schimmelziekten Ziekten die in de wijngaard veroorzaakt worden door schimmels/bacteriën en die de druiven aantasten.
Sec Is een Franse term voor droog.
Secco Wordt gebruikt bij Cava die 17 tot 35 gram suiker per liter bevat.
Sekt Is een mousserende wijn uit Duitsland.
Sélection des Grains Nobles (SGN) Het treetje boven Vendange Tardive. Witte wijn van superrijpe druiven, vaak aangedaan door edelrot, waardoor er een enorm geconcentreerde smaak ontstaat. Bekende SGN: Gewürztraminer uit de Elzas.
Sherry Is een Spaanse wijn. Kenmerkend voor sherry zijn ziltigheid, oxidatietonen, impressies van jodium en noten, strakke droge of juist zoetige, warme smaakpatronen. De naam komt van de stad Jerez de la Frontera (de la Frontera verwijst naar de oude grens tussen de Moren en de Christenen).
Sin-Crianza Is in Rioja een aanduiding voor een jonge wijn die minder dan 1 jaar op fles heeft gerijpt.
Single variety wine Is wijn bereid uit slechts één druivensoort. Het wordt in de nieuwe wereld als dusdanig bestempeld indien minimaal 85% van de gebruikte druiven van één druivensoort afkomstig zijn. In de oude wereld mag bij een minimaal gebruik van 85% van een bepaalde druivensoort deze druivensoort op het etiket vermeld worden. Ook wel monocépage genoemd.
Slobberwijn Is een gemakkelijk drinkbare, niet te dure wijn.
Smaakgehalte Geeft de hoeveelheid smaak van een wijn aan, bijvoorbeeld: waterig, dun of rijk.
Smaakprofiel De verschillende smaaktonen waaruit een wijn is samengesteld.
Smaakstijl (smaaktype of smaakstructuur) Hoe ruikt en smaakt de wijn?
Solera Is een systeem voor de Sherrybereiding. Hierbij liggen de houten vaten met Sherry in lagen op elkaar. De vaten zijn met elkaar verbonden. Het doel is jaar na jaar een type Sherry te krijgen dat altijd hetzelfde smaakt door de Sherry’s in de verschillende vaten met elkaar te mengen.
Sommelier Wijnkelner/ober die in restaurants verantwoordelijk zijn voor wijn inkoop en -verkoop. Hij/zij zorgt voor deskundig advies en is gespecialiseerd in combinatie wijn en spijs.
Spanje Wijnland met een groter wijngaardarsenaal dan de stuivertjes wisselende nummers één en twee van de wijnwereldranglijst Frankrijk en Italië. Deze landen produceren echter wel meer liters. Telt welbeschouwd pas weer een jaar of twintig mee als producent van kwaliteitswijnen. Daarvoor moest eerst Franco het veld ruimen, waarna buitenlandse investeerders weer bereid waren om in te stappen. Ook toetreding tot de Europese Unie zette de wijnindustrie in een hogere versnelling. In eerste instantie door te verplichten wijngaarden met saaie, veel producerende druiven te laten rooien en vervolgens subsidies te verstrekken aan de verouderde wijnindustrie voor de aanschaf van moderne apparatuur, die vooral van levensbelang is voor wit en rosé. Inmiddels is Spanje één van de spannendste wijnlanden ter wereld. Dankzij ongekend chauvinisme worden er soms krankzinnige prijzen gevraagd, voor overigens vaak prachtige wijnen. Maar ook in het instaptraject is Spanje een serieuze speler geworden. Rioja is weer helemaal terug, La Mancha, de voormalige bulkwijnschuur van het land begint zich te roeren, Navarra levert waar voor je geld in rood, wit en rosé. En ook in het premiumsegment kent Spanje een scala van DO’s met een eigen signatuur. Voor rood bijvoorbeeld Ribera del Duero en Priorat. En voor wit Rueda en Rias Baixas. Ook Somontano is van alle markten thuis. En laten we ook Jerez niet vergeten van waaruit Sherry langzaam maar zeker weer begint op te krabbelen.
Sparklings Is een Engelse term voor mousserende wijnen.
Spätlese Duitse wijn van laat geoogste druiven met een daardoor vaak geconcentreerdere smaak.
Spritzig De witte wijn heeft nog een belletje. Soms gewenst (Vinho verde), soms een jeugdzonde. De wijn heeft dan onbedoeld nog een gisting op de fles ondergaan.
Spumante Mousserend Italiaans.
Stabiel Een wijn is stabiel wanneer de gisting niet spontaan meer optreedt. In deze tijd een verouderd begrip.
Steen (-smaak) Steen is een druivenras in Zuid-Afrika. Is hetzelfde als de chenin blanc uit de Loire. Steen (gesteente) is erg belangrijk als onderdeel van de bodemsamenstelling. Bepaalt de mate van wortelgroei, structuur van een wijn. Met een steensmaak wordt de smaak bedoeld die een wijn zal aannemen wanneer deze in kruiken is verpakt. Wordt in wijn mineralig genoemd, dan kan de herkomst van de stenen uit de bodem komen.
Stille wijn Is gewone wijn. Dus zonder bubbels en ook niet versterkt of gearomatiseerd.
Structuur Is de kwalificatie die belangrijk is om aan te geven of een wijn te bewaren is. Dan is namelijk structuur nodig. Dit wordt gevormd door de zuren en tannine. Door laat te oogsten verliest een wijn aan structuur, maar krijgt meer ronding.
Stuivend Heel uitbundig bouquet. Denk aan Sauvignon Blanc met de frisse geuren van gras, verse tomaten en kruisbessen. Maar ook aan Torrontés en Muscat.
Suiker In wijn is dat gewoonlijk glucose en fructose. Wordt tijdens de gisting omgezet in alcohol. De hoeveelheid bepaalt ook het mostgewicht. Bij te weinig suiker kan de natuur een handje geholpen worden door suiker toe te voegen. Dit zogeheten chaptaliseren moet wel met overleg gebeuren, anders is een on-uitgebalanceerde wijn die ‘uit elkaar valt’ in zuren en zoeten het resultaat.
Suikerspin Een geuromschrijving die van toepassing is op witte wijnen die op getoaste eiken houten vaten zijn grootgebracht. Ook het begrip ‘karamel’ zit er dan vaak aan vastgeplakt.
Supérieur Wijn met een iets hoger alcoholpercentage.
Super-Tuscans Geuzennaam voor Italiaanse wijnen die niet voldoen aan de eisen van de DOC (andere druivensoorten bijvoorbeeld dan voorgeschreven). Welbeschouwd staan ze in de pikorde gelijk aan een Vino da tavola, maar zijn echter wel vaak van kwaliteit die boven DOC’s of zelfs de DOCG’s uittorent. En dat geldt overigens ook voor de het prijskaartje. Bekende ‘Supers’: Sassicaia, Tignanello, Ornellaia en I’Apparita. Sinds 1992 is er overigens een wet die Sassicaia dezelfde status verschaft als de officiële DOC-wijnen.
Sur Lie Is Frans voor een wijntype die voor extra veel smaak bewust in contact met de “lies” gehouden wordt.
Syrah Is de typische druif voor wijnen uit de noordelijke Rhône vallei en is over de hele wereld succesvol. Syrah kent een complex aroma van viooltjes, zwarte kersen, rode en zwarte bessen, wilde kruiden, drop, chocolade en koffie. De Syrah is een vroegrijpe druif en bevat veel tannine.
U
Unfiltered Ook: non filtré: Wijn bevat vaste stoffen die na verloop van tijd neerslaan in de fles, de zogeheten droesem of depot bij rood en wijnsteen bij wit. Moderne consumenten vinden dat allemaal maar eng. Ook leeft de mythe dat de wijn dan niet goed is. Vandaar dat moderne wijnmakers hun moderne wijnen vaak filteren, soms licht, soms zwaar. De wijn wordt daar weliswaar helder van, maar een vervelend bijverschijnsel is dat geur, kleur en smaak minder worden. Kortom, de wijn gaat er niet perse op vooruit. Vandaar dat zichzelf respecterende wijnmakers steeds vaker overstappen op het niet-filteren van hun product. Soms zijn ze daar zo trots op dat ze dit op het etiket zetten.
Unwooded Houtvrije: wijn opgevoed op roestvrij staal. Tegenhanger van al die plankensappen en eikenelixers. Wordt zelfs al op het etiket vermeld.
W
Waterstres: Dit betekent dat de wijnstokken te weinig water krijgen om goed te kunnen groeien.
Wijncoderingssysteem: Is een systeem om de smaak van wijn aan te geven. De flessen wijn in schap krijgen een code. Deze code kan een getal, letter of kleur zijn die bij een bepaalde smaak past.
Wijnkenner: Er bestaan te veel landen, regio’s en druivensoorten om iemand als wijnkenner te afficheren. Wel kan iemand veel van een soort of streek weten. Maar dan nog kunnen tijdens blindproeverijen ook deze connaisseurs lelijk tegen de lamp lopen. Maar misschien maakt dat wijn juist ook zo leuk.
Wijnmarktordening: Wetgeving binnen de EU over de productie van wijnen, maar ook de handel in wijnen.
Wijnschandaal: Die zijn er te over. Barolo’s die geen Barolo bleken te bevatten. De Pétrus (het duurste rood ter wereld) die geserveerd werd in een restaurant in Hong Kong uit een oogstjaar waarin helemaal geen Pétrus was gemaakt. Sauvignon Blancs van de grootste Zuid-Afrikaanse wijnproducent waaraan kunstmatige groene stoffen waren toegevoegd om ze de juiste bite mee te geven. De hoeveelheid Chablis die er jaarlijks op de markt verschijnt. Het Oostenrijkse antivries in de wijn – incident. De partij Liebfraumilch waar geen druif aan te pas was gekomen.
Wijnsteen: Kristallen die als witgele kruimels op de bodem van de fles zichtbaar zijn. Het is een teken van een goede wijn, aangezien het gehalte aan het lekkere wijnsteenzuur hoog is geweest. Ontstaat o.a. door (witte) wijn bij lage temperatuur te bewaren. Hierbij kristalliseert wijnsteenzuur uit door een verbinding met Kalium (mineraal) aan te gaan. Het heeft geen invloed op de smaak, zoals dépôt dat bij rode wijn wel kan hebben (bitter).
Wit: Wijn gemaakt van blauwe dan wel witte druiven. In het eerst geval laat de wijnboer de schilletjes niet mee gisten, in het tweede geval kan dat kleur technisch geen enkel kwaad.
Wrang: De wangen trekken naar binnen, niet echt lekker. Komt voor bij jonge wijnen: onrijpe tannine en weinig lekkere zuren, zoals appel- en citroenzuur. De zuren kunnen door rijping wegvallen, de onrijpe tannine niet.
Wyn: van oorsprong Zuid-Afrikaanse evenknie van het Franse AC-systeem. Een garantie voor de gebruikte druivensoort, het oogstjaar en de herkomst van de wijn.
Y
B
Bairrada: Portugees wijngebied tussen Daõ en de Atlantische Oceaan. Het woord barro betekent klei. De wijngaard is voor 80 procent met de blauwe baga druif beplant. Het geeft een productie van rijke, fruitige rode wijnen.
Balans: Dit is een aanwijzing voor de onderlinge verhoudingen in de wijn van vier componenten: alcohol, zuurgraad, suiker en droge extracten. Een wijn is in balans als geen van deze karakteristieken overheerst. In het algemeen is een wijn evenwichtig als de harde kant en zachte kant gelijkwaardig zijn.
Banaan: Veelvoorkomend luchtje bij jonge Beaujolais, al dan niet Primeur. Deze allochtone component is te danken aan het gebruik van fabrieksgisten die als versterker fungeren op smaken of geuren die vagelijk aanwezig zijn in de druif. Er wordt nog maar een handjevol Beaujolais gemaakt dat tot stand komt dankzij de op de druif en in de wijnkelder aanwezige “wilde” gisten. En die wijnen smaken dan ook zoals Beaujolais ooit bedoeld was.
Barbaresco: Belangrijke DOCG in Piëmonte. Eén van de grote rode wijnen van Italië, van de druivensoort nebbiolo. Hij kan opmerkelijk delicaat zijn en gaat doorgaans wel 10 jaar mee.
Barbera: Populaire blauwe druivensoort die in Italië op grote schaal is aangeplant, vooral in Piëmonte. Geeft doorgaans droge, zuurrijke wijnen.
Bardolino: Lichte, zeer fruitige rode wijn uit Veneto, met een lichte bitter in de afdronk. Druivensoort corvina veronesa.
Barolo: De belangrijkste en indrukwekkendste DOCG wijn van Italië, uit het zuiden van Alba in Piëmonte. De druivensoort is nebbiolo, die een diepkleurige rode wijn geeft, met een complexe geur en een droge, weelderige smaak. Rijpt minimaal drie jaar op fust en kan zeer oud worden.
Barossa: Valley Het belangrijk wijngebied bij Adelaide in Zuid-Australië. Hier wordt een grote variëteit aan wijnen gemaakt.
Barrique: Dit eikenhouten vat (in Bordeaux 225 liter) waarin wijn mag gisten of rijpen, is van grote invloed op de smaak. Door het vat aan de binnenkant te branden (toasten) kan daar nog een component aan worden toegevoegd. Nieuw eiken is echter duur en gaat bij ambitieuze wijnmakers maar twee oogsten mee. Tussen de 500 en 700 euro ben je zo kwijt voor een Frans vat uit Allier, Troncais of Nevers. Amerikaans (Kentucky is een belangrijke leverancier) is iets goedkoper, maar maakt de wijn wat zoeter. Vanwege de hoge kosten wordt er kwistig met alternatieven gewerkt. Vooral bij voordelige wijnen die zich toch chic willen voordoen, is er sprake van veel kunst- en vliegwerk. Er zijn mogelijkheden te over. Zo is er een levendige tweedehands markt. Niks mis mee en soms zelfs aan te bevelen, omdat het eiken dan niet meer zo overheersend is. Alternatieven zijn het hangen van eiken staven in de roestvrijstalen of cementen kuipen, het gebruik van eikenhouten krullen in een soort grote theezak, oplospoeder of eikenessences.
Barrique: bordelaise Wijnvat, zoals in Bordeaux gebruikelijk, als regel van eikenhout. De inhoud is 225 liter, dus goed voor 300 flessen. Vier barriques vormen de inhoud van één tonneau, dat is 900 liter, dus goed voor circa 1200 flessen.
Bâtonnage: Franse term voor het roeren van de “lies” (dode gistcellen) ofwel gistbezinksel. Dit geeft de wijn extra smaak.
Beaujolais Primeur: Jeugdige ambassadeur van de gamaydruif. Heeft de Parijse bistro’s als springplak gebruikt om wereldster te worden. Kent een aantal weinig succesvolle kopieën in de vorm van Zuid-Afrikaanse Eerste Pluk en Italiaanse novello. De populariteit van de Primeur is thans tanende hetgeen voornamelijk te danken is aan slordig en ongeïnspireerd wijn maken in de Beaujolaisstreek. Reden: de wijn diende door de afnemers al betaald te worden voordat er geoogst was. Dat bleek bij veel wijnboeren bepaald niet ambitie verhogend te werken. De terugval in vraag naar de vrolijke, fruitige jongeling kent nog een neveneffect. Het is namelijk van negatieve invloed geweest op het enthousiasme rondom de overige Beaujolais wijnen waardoor drastisch rooien onvermijdelijk lijkt.
Beerenauslese: Witte wijn van Duitse of Oostenrijkse komaf gemaakt van speciaal geselecteerde zeer rijpe druiven, vaak aangedaan door edelrot. Zwoele, zeer geconcentreerde nectarachtige godendrank kan u ten deel vallen.
Belegen: Oudere wijn, zachter en milder van smaak. Fruit wordt wat minder nadrukkelijk aanwezig en de tannine verdwijnt (als het goed is).
Benzine: Ook wel aangeduid als “goût de petrole”, een geur- en smaakcomponent in rieslingwijnen. Het wordt als een kwaliteitsaanduiding gezien.
Bezinking: Periode om het vergiste druivensap/most te laten staan zodat de grove bestandsdelen van de druivenmost naar de bodem van het vat of tank zinken.
Bezinksel: Vaste reststoffen na het aftappen van het sap. Dit bestaat uit takken en steeltjes, druivenschillen en druivenpitten. Deze reststoffen kunnen worden gedestilleerd om “eau de vie” te maken.
Bianco: Italiaans voor wit. Blanco in het Spaans en branco in het Portugees.
BIN: Australisch ordeningssysteem om verschillende partijen aan te geven. Het begrip heeft zich opgewerkt tot een soort sub merk voor biologische en biologisch-dynamische wijnen. Een begrip dat nog niet in de Europese regelgeving is terug te vinden. Er bestaan slechts regels die bepalen welke druif wel of niet biologisch mag heten. Herbiciden en pesticiden in de wijngaard gebruiken zijn bijvoorbeeld uit den boze. Maar voor wijnboeren die echt biologisch werken, gaat dit soort maatregelen niet ver genoeg. Een echt schone wijn wordt namelijk in de kelder gemaakt. Bijvoorbeeld door niet te filteren, geen hout te gebruiken, wilde gisten hun werk te laten doen en minder of helemaal geen zwavel te gebruiken. Hun wijn is vaak zo goed dat de kopers er voor in de rij staan. Wie biodynamisch teelt, roept ook nog eens de hulp in van hoger hand. De stand der planeten, aardstralen, eb en vloed, de kosmos, ze schijnen allemaal van invloed te zijn op groei-, snoei- en oogstmomenten. De groeiende belangstelling voor biologische en biologisch dynamische wijnen is overigens te loven. Volgens niet officiële cijfers werd tot voor kort 80% van al het landbouwgif in Frankrijk door de wijnbouw opgesoupeerd. Belangrijkste vraag echter: zijn voornoemde wijnen ook lekkerder? Nee. Er bestaan net zo veel vieze biologische wijnen als gewone. Lekkere wijn wordt namelijk alleen gemaakt door wijnboeren die hun vak verstaan. En vakmanschap zit niet standaard in het biologische pakket.
Bitter: Bitter is vaak het gevolg van ongeduldige wijnboeren. Wie te vroeg plukt, straft zijn drinker met strenge smaken. En daar krijg je een zuinig mondje van. Rijpe bitters zijn natuurlijk wel lekker. Zoals die van amandeltjes in goede Soave en grapefruitbitters in sommige Chardonnays, Sauvignon blancs en goede, droge Spaanse en Italiaanse rosé.
Blanc de Blancs: Blanc de Blancs wordt nogal eens als een kwaliteitsaanduiding gebruikt, vooral in Champagne. Is echter niets anders dan witte wijn gemaakt van witte druiven.
Black rot: Een zwam die op de bladeren van de wijnrank gele vlekken veroorzaakt met een donkere rand. De druiven worden melkachtig van binnen, zwart van buiten en mummificeren. In geval van een ernstige aanval komen er zwarte stippen op de takken.
Blauwe Druiven: Aanduiding voor de druif waarvan rode wijn gemaakt wordt. In de praktijk varieert de kleur van deze “blauwe druiven” van paars, rood tot blauw achtig.
Blanc de noirs: Is een uit het Frans afkomstige term en een benaming voor witte wijn gemaakt van blauwe druiven.
Blend Wijn: gemaakt van verschillende/meerdere druivenrassen.
Blindproeven: Wie kan er van de honderden wijnen die er bestaan proeven welke het is, uit welk land hij komt, uit welke streek, van welke wijngaard, uit welk jaartal en van welke boer? Geruststellende wetenschap: niemand. Tijdens blindproeven is het zelfs voor professionals al een hele prestatie om van tien geblindeerde wijnen er vijf goed te raden.
Bloemen: Veel voorkomende boeketten zijn: Viooltjes en rozen.
Blush-rosé: Hoe langer de schillen op het sap blijven zitten, hoe donkerder de kleur van de rosé. Bij een blush rosé wordt echter niet gerekend in dagen, maar eerder in uren. Door deze korte inweektijd van de schillen, verkrijgt de rosé zijn lichte zalmroze kleur.
Bodega: Spaanse term voor wijnhuis of wijnbedrijf.
Body: Dit geeft de totale indruk van de wijn weer. Wijnen hebben weinig body, middelmatige body of veel body, afhankelijk van de “dikte” van de wijn.
Bonarde: Deze Italiaanse emigrant (Piemonte, Lombardije en Emilia-Romag-na) doet het goed in Argentinië en mag steeds meer solo. Wordt daar evenals de malbec druif wel geafficheerd als het nationale uithangbord, maar moet nog wel even zijn best doen.
Bordeaux: Al sinds de Middeleeuwen is Bordeaux een wijn producerend gebied. Frankrijks grootste wijnbouwgebied van indrukwekkende rode wijnen. De grand vin de Bordeaux reputatie heeft de streek te danken aan rond de 250 chateaux van naam en faam waarvan de wijnen over de hele wereld begeerd worden Latour, Lafite-Rothschild, Petrus… Echter, er zijn meer dan 12.000 wijndomeinen en die presteren lang niet allemaal zo goed. Integendeel zelfs. Bij veel boeren wordt onvoorstelbaar gekliederd. Heel lang kwam men daarmee weg omdat er Bordeaux op het etiket stond. Maar nu onder andere de Nieuwe Wereld landen met dezelfde druiven (Cabernet sauvignon, cabernet franc, merlot) echt lekkere wijnen voordeliger op de markt brengen, begint men pijn in de portemonnee te voelen.
Botrytis Cinerea: Is een schimmel met een soms gunstige uitwerking. Bij zogenaamde edele of nobele rotting tast botrytis de druiven aan waardoor er micro gaatjes in de schil ontstaan. Het gevolg is dat het sap uit de druif verloren gaat en het suiker- en zuurgehalte zeer hoog wordt.
Bottelen: Is het vullen van een fles. Het gebeurt in Nederland met in bulk geïmporteerde wijn, maar natuurlijk ook in wijn producerende landen. Het bottelen brengt gemak voor de consument, maar zorgt er ook voor dat de wijn luchtvrij wordt bewaard, waardoor deze langer houdbaar blijft dan in een tank of vat.
Bottelinformatie: In veel landen is het verplicht om op wijnetiketten te vermelden. Informatie over waar en door wie de wijn op de fles is gebracht.
Bouquet: Het bouquet omvat alle verschillende geuren van een wijn. Bij jonge wijnen wordt gesproken van aroma, bij oudere wijnen van bouquet. Een krachtig bouquet wordt ook wel aangeduid met “een volle neus” Tot bouquet behoren o.a. de aardse, bossige, dierlijke, kruidige, notige, tabakkige geuren. Bouquet ontstaat meer in wijnen met meer zuur en wijnen van een arme bodem.
Bourgogne: In dit gebied is men al sinds de Middeleeuwen vaardig met wijn. Eenderde in oppervlakte van Bordeaux, maar de vraag is hetzelfde dus je begrijpt wel wat dat met de prijs doet. Soms is dat terecht. Witte Bourgogne is de ultieme Chardonnay wijn en zonder twijfel de beste witte wijn ter wereld, tenminste, de goede dan. Helaas meent de tweede en derde keus gebruik te moeten maken van de slipstream van de kopmannen. Zo worden er exorbitante prijzen gevraagd voor matige of slechte wijnen omdat er toevallig Puligny-Montrachet, Meursault of Rully op het etiket gezet mag worden. In rood is het al niet veel beter. Prachtige, ultieme en verrukkelijke wijnen worden er gemaakt, maar die moet je met een lantaarntje in de ene hand en een platinum card in de andere zoeken.
Boutique Winery: Kleine wijnproducent die kleine hoeveelheden zeer kostbare en vaak ook excellente wijn produceert.
Branding: Hiermee wordt bedoeld dat grote wijnproducenten proberen met hun merknamen steeds meer plaats op de markt te veroveren.
Brut: Aanduiding voor droge wijn. Brut wordt vaak bij mousserende wijn gebruikt. Bij Cava alleen als er minder dan 15 gram suiker per liter in zit.
Bulkwijn: Goedkope wijn die in koelcontainers het land binnen wordt gebracht om vervolgens hier gebotteld te worden, want dat is voordeliger. Verschijnt dan veelal onder de supermarkt huiswijn vlag op de markt. Of, in het geval van bulkkampioen Zuid-Afrika, met een lollige naam zoals Fraaie Blik, Mooi Vooruitsig of Groot Genoegen. De kans op een Flinke Koppijn is dan niet denkbeeldig.
D
Demi-sec: Betekent letterlijk half droog. In de praktijk zijn het wijnen met een vrij zoet karakter, wordt vooral gebruikt bij mousserende wijnen.
Dennenboom: U heeft Retsina in uw glas, het wit of soms roze wijnuithangbord van Griekeland. Dankt deze smaaktoevoeging van hars aan de Aleppo-den.
Densiteit: De hoeveelheid wijnstokken die per hectare wijngaard staat aangeplant. Maar veel garandeert niet per se meer wijn. De druiven moeten genoegen nemen met minder voedsel en dat honger lijden. Is goed voor ze want dat levert druiven op met meer concentratie en dus meer smaak.
Depot Bezinksel: Wijn van cabernet sauvignon druiven geeft veel depot, pinot noir amper. Kan zeer bitter smaken. Niet te verwarren met wijnsteen. Het depot ontstaat tijdens de gisting op de bodem van het vat (lie). Wanneer de wijn ongefilterd wordt gebotteld zullen vaste delen in de fles kunnen komen. Depot ontstaat ook tijdens de rijping van rode wijn in de fles en verzamelt zich op de bodem. Is te verwijderen met decanteren.
DO: Is de één na hoogste kwaliteitsaanduiding voor Spaanse wijnen. Staat voor: Dénominación de Origen.
DOC (Italië): Is de afkorting van “Denominazione di Origine Controllata”. En is de één na hoogste kwalificatie in Italië. De wijn komt van een speciaal stuk land. Anno 2012 kent Italië 334 DOC wijnen.
DOC (Portugal): Is de hoogste kwaliteitsaanduiding voor Portugese wijnen. Staat voor: Denominacão de Origem Controlada.
DOC (Spanje): Is de hoogste kwaliteitsaanduiding voor Spaanse wijnen. Staat voor: Dénominación de Origen Calificada.
DOCG: Is de afkorting voor “Denominazione di Origine Controllata e Garantita”. De allerhoogste kwaliteitsnorm in Italië. Wijnen moeten gekeurd worden door een commissie voordat ze gebotteld mogen worden. Anno 2012 kent Italië 73 DOCG wijnen.
Dolce: Bevat 50 gram suiker per liter of meer.
Domaine: Franse term voor een bezitting/huis/kasteel dat wijn produceert. Komt veel voor op wijnen uit de Bourgogne.
Domeinbotteling: Wijn die gemaakt en gebotteld is door dezelfde persoon/onderneming als die de druiven ervan verbouwde.
Dosage: De hoeveelheid zoete wijnsubstantie die vóór het bottelen aan een mousserende wijn wordt toegevoegd.
Droesem: De drab die naar de bodem van de tank zakt. Deze kan afgestorven gistcellen, pulp, zaden en stelen bevatten. Soms wordt hiermee ook het bezinksel bedoeld dat in de hals van de fles zit na de tweede fermentatie van mousserende wijnen. Dit bezinksel wordt later in het proces nog verwijderd.
Droog: Een droge wijn, wordt tegenwoordig ook “strak” genoemd. Wil men een droge wijn verkrijgen dan zal vaak warmte aan de gistende wijn moeten worden toegevoegd om alle suiker (tot minder dan 4 g/l) te kunnen vergisten.
Doux: Bevat 50 gram suiker per liter of meer.
Druivenras: Het druivenras is de belangrijkste smaakbepalende factor op grond waarvan je een wijn kunt herkennen. Hoeveel druivenrassen er precies zijn weet niemand. Het zijn er in ieder geval vele duizenden.
Dry: Merkwaardig genoeg een term die juist in Italië gebruikt wordt om bij een mousserende wijn aan te geven dat deze wat zóeter is dan de brut uitvoering. Het blijft dus opletten geblazen.
Duitsland: Mondiaal gezien wil het nog maar niet lukken met deze wijngrootmacht. Ondanks het feit dat het de gastheer is voor een van de mooiste, meest veelzijdige druiven van de wereld: de Riesling. Riesling evenaart het niveau van Chardonnay. Een top-riesling is dan ook adembenemend goed en vaak even kostbaar als de begeerde Bourgognes. Maar helaas zijn ze niet altijd goed. Ter illustratie: bij grootafnemer Nederland is meer dan 90% van de Duitse wijnen rond de € 3,00 geprijsd. Geen land met enige wijnreputatie kan goedkoper produceren dan Duitsland. De meeste Duitse wijn wordt daarom gebruikt als kassaknaller in de supermarkt. En dat zijn nooit de beste… Tel daarbij op de onoverzichtelijke wijnwetgeving, hoewel daar wel verbetering in te bespeuren is en de etiketten die zijn vormgegeven alsof de bezetting erop staat aangekondigd, en er blijkt nog een hoop werk aan de winkel. Maar wie zijn wijnadviseur vertrouwt (en beduidend meer dan € 3,00 wenst te betalen), kan dat vertrouwen beloond zien worden met een geweldige traktatie. Wie ooit een hoge Duitse Riesling heeft gedronken, vergeet dat nooit meer. Transparantie, honing, citrus, mineralen, bloesem, perzik, groene appels, abrikoos en ananas, marsepein en niet te vergeten die karakteristieke goût de pétrole kunnen uw beloning zijn. En soms allemaal tegelijk.
Dun: Schrale, smaakloze wijn, vaak met veel zuren. Komt heel regelmatig voor.
F
Fermentatie: Suikers in het druivensap worden door gist omgezet in alcohol. Dat gaat gepaard met koolzuur- en warmteontwikkeling. Veel witte wijnmakers proberen die temperatuur zo laag mogelijk te houden, de zogeheten koude fermentatie: maximaal 15° C, maar het liefst nog lager. Dat verlangt speciaal gecultiveerde gisten die hun werk nog wensen te doen in een dergelijk fris arbeidsklimaat. Resultaat: wijnen met meer geur en smaak, meer pit, directer fruit, geconcentreerder. Vaak is deze techniek makkelijk te herkennen. Neus in het glas en we ruiken zuurstok, fruitdrups en limonadesiroop. Rood heeft het graag wat warmer. De vergisting vindt hier plaats tussen de 30 en maximaal 40° C. Daaronder krijgt de wijn geen extractie. Daarboven wil het rood nog wel eens een ‘gekookt fruit’ sensatie meekrijgen. En dat is alleen lekker bij Glühwein.
Fifo-principe: First in, first out. Het wijnschap moet zo worden bijgevuld, zodat de nog niet verkochte flessen (first in) vooraan komen te staan, zodat de klant deze het eerst meeneemt (first out). De nieuwe flessen worden bij het bijvullen van het schap achteraan gezet.
Filteren: Ingreep tijdens het vinificatie proces: vaste bestandsdelen zoals gistcellen worden uit de wijn gefilterd.
Fles: De standaard eenheid van het volume wijn in de fles is 0,75 liter.
Flesrijping: Het doorrijpen van de wijn in de fles.
Flor: Gist die zich als een dikke laag op het wijnoppervlak vormt. Komt voor bij het produceren van Sherry’s.
Flying winemaker: Dit fenomeen kwam van de grond in de jaren tachtig en slaat vooral op Australiërs. Australische wijnmakers kochten, na de oogst in eigen land (als het in de Nieuwe Wereld herfst is, moet het dat in de Oude Wereld nog worden) een vliegticket om vooral in opkomende wijnbouwgebieden hun kennis nogmaals te gelde te maken. Leidt soms tot eenheidswijnen uit totaal verschillende werelddelen.
Frankrijk Wankelend wijnrijk: halvering van de binnenlandse consumptie en de extatische exportcijfers verbleken. Te lang in een ivoren toren vertoefd dat het een monopolie had op het maken van rood, wit en rosé. De nummer één posities gaan nu in rap tempo verloren. In Amerika moest het (wijn) stokje overgedragen worden aan Italië (de houding van Frankrijk in de Irak-kwestie hielp ook al niet mee). Maar het kan nog erger: het moet in de Verenigde Staten zelfs nog Australië voor zich dulden en dient thans genoegen te nemen met de plek als derde exportland. Ook in Engeland zijn de bordjes verhangen. Daar pronkt Australië nu met de gouden medaille. In Nederland lekt het marktaandeel eveneens weg. In het begin van de 21e eeuw druppelde het voor het eerst naar onder de 50%. Nieuwe Wereld landen rukken op. vooral Zuid-Afrika (nummer twee) is hier populair, maar ook Argentinië, Chili, Californië. Saneringen staan op stapel in Bordeaux, de Rhône en Beaujolais. Maar inmiddels zit het land met enorme hoeveelheden onverkoopbare ‘kwaliteitswijn’. Normaal gesproken is er sprake van een surplus aan vin de table, maar in 2005 werd er voor het eerst appellation contrôlée wijn verstookt tot industriële alcohol. In totaal kreeg 1,5 miljoen hectoliter wijn een andere bestemming, waarvan nota bene de grootste hoeveelheid uit Bordeaux. En dat terwijl de productie vooral door verbetering van de wijn maak technieken daar nog steeds toeneemt. Een onoverzichtelijke wijnwetgeving die zorgt voor een ongekende (groeiende) hoeveelheid (vaak treurig stemmende) AC’s, grands crus classés, grands crus, crus bourgeois en vins de pays helpt ook niet mee om de buitenlandse consument (terug te) winnen die net gewend is aan het groot ‘Chardonnay’ of ‘Shiraz’ op het etiket. Veel Franse wijnboeren hebben daar nog geen boodschap aan en wensen geen wijn te maken die voldoet aan dat soort moderne verlangens. Financiële compensatie van de regering wordt geëist en wegen worden geblokkeerd, maar de fundering van het Franse wijnrijk is hoognodig aan vernieuwing toe. Dat begint met veel rooien, bezinnen, en vervolgens met een helder beeld voor ogen opnieuw gaan bouwen. Chauvinisme en oogkleppen verboden.
Fris: Veelal witte wijn. Fris in geur, maar vooral ook in smaak. Wordt veroorzaakt door de aanwezige zuren in de wijn. Te fris betekent niet ‘te zuur’, maar komt doordat de fles wit te lang in de ijskast heeft gestaan. Niet goed, want kou verdooft de smaakpapillen en dan valt er minder te proeven.
Fruitdrups: Welkom in de snoepwinkel. Een geursensatie (evenals zuurstok en limonadesiroop) die vaak vrijkomt tijdens koude fermentatie.
Fruitig: Generieke wijnomschrijving. Zwarte bessen, bramen (vaak aangeduid in proefnotities als ‘zwart fruit’), abrikozen, perzik (‘geel fruit’), frambozen, aalbessen en kersen, kruisbessen (‘rood fruit’), ananas, mango, lychee, banaan (‘exotisch fruit’), sinaasappels, mandarijnen, limoen en grapefruit (citrusfruit), appels, peren en kruisbessen (‘wit fruit’), vijgen, tutti frutti (‘gedroogd en gekonfijt fruit’) en bosaardbeien, bosbessen (‘bosvruchten’). Er is geen groenteman die het allemaal heeft, maar uw wijnspecialist daarentegen heeft ze allemaal in huis. Te vermijden opmerking: ‘Nou, dat is een lekker fruitig wijntje’.
Futures: Wijnen die “en primeur” worden verkocht.
Fysiologische rijpheid: Term voor de rijpheid in de schillen van druiven. Deze schillen bevatten zogenaamde fenolen: kleur-, geur- en smaakstoffen.
H
Handgeplukt: Handpicked. Vendange à la main. Kwaliteitsaanduiding die regelmatig zelfs de voorkanten van de etiketten haalt. Is het tegenovergestelde van machinaal oogsten, waarbij behalve de goede trossen ook vaak veel ongewenste ingrediënten in de bak achter op de tractor verdwijnen zoals onrijpe trossen, takken, steentjes en bladeren. De boer die het niet zo nauw neemt, perst alles. De drinker proeft dan rauwe, bittere, rammelende wijn. Bij het echte handwerk worden alleen de rijpe trossen geplukt, eventuele beschimmelde vruchten worden verwijderd, onrijp blijft hangen of op de grond gegooid als natuurlijke bemesting. De volgende stap richting de perfecte wijn vindt plaats bij de wijnmakerij waar, na het ontstelen, de druiven de ‘table de trie’ oprollen. Hier staan vaardige functionarissen klaar om de laatste ongerechtigheden (kleine, onrijpe druifjes, stokjes, slakjes) handmatig te verwijderen. Nog ambitieuzere wijnmakers laten de druif zelfs van zijn piepkleine steeltje ontdoen in hun jacht op nog zachtere wijnen. Overigens staan vooral veel wijnbedrijven in Chili en Argentinië er op hun oogsten met de hand te plukken. Mooi meegenomen, maar bedenk dat handarbeid daar veel goedkoper is dan de tractor.
Hangtijd: Uitdrukking voor de vaak extra tijd dat de druiven aan de wijnplant blijven hangen om de juiste balans in rijpheid te bereiken.
Hectoliter: Maataanduiding. Per streek wordt er door de bevoegde instanties aangegeven hoeveel hectoliters er maximaal per hectare mag worden geoogst, wil de desbetreffende wijn aan de eisen van bijvoorbeeld de AOC of DOC voldoen. Zelf opgelegde opbrengstbeperking levert vaak beter (geconcentreerdere) wijn op.
Herbicide: Onkruidverdelgers. Wijnboeren zijn heel lang als de dood geweest voor alles wat in de wijngaard groeide en geen wijnrank was. Platspuiten was de remedie. Bedreigende schimmels, gras, onkruid, alles sneuvelde. Volgens niet-officiële cijfers werd in Frankrijk tot voor kort 80% van al het landbouwgif door de wijnbouw opgesoupeerd. Men komt hier van terug onder druk van de publieke opinie en omdat de grond uitgeput raakt. Maar vooral ook omdat steeds meer wijnmakers “schoon” willen werken. Resistente druivenrassen helpen daarbij en de gifspuit wordt vervangen door het veel milieuvriendelijkere mengsel van kopersulfaat, kalk en water, dat afrekent met de valse meeldauw, één van de grootste lastpakken in de wijngaard. Gras en kruiden tussen de wijngaarden mogen blijven groeien en worden zelfs aangeplant. De druiven dienen het beschikbare water en voedsel nu te delen en moeten zo harder werken om hun dagelijkse portie te pakken te krijgen. Dat levert gezonder, krachtiger fruit op en uiteindelijk wijn met meer smaak.
Houtbak: Ook wel plankensap genoemd. Wijn waarmee de wijnboer van dienst graag wil aantonen dat hij van zijn spaargeld dure eikenhouten vaten heeft gekocht. Te vaak wordt er echter vergeten druivensap van voldoende kwaliteit in te stoppen om de invloed van het hout aan te kunnen. Wordt dan ook wel bestempeld als “vloeibaar hout”.
Huiswijn: De meest verkochte en bestelde wijn in Nederland. Dient het visitekaartje te zijn van het café of restaurant dat je bezoekt, maar blijkt veelal slechts sluitpost. Daarbij is het de kurk waar de wijnafdeling van de supermarkt op drijft. Maar ook hier is de kwaliteit vaak niet om over naar huis te schrijven. Vooral de prijsdruk door de supermarktoorlog komt de smaak niet ten goede. Trend: grotere diversiteit in het huiswijnensegment. Binnenkort kun je kiezen of jouw huiswijn uit Chili, Zuid-Afrika, Frankrijk of een ander wijnland komt. Welk land je ook kiest, blijf goed proeven. De inhoud kan om de paar maanden verschillen en is vaak afhankelijk van welke bulkwijn nu weer in Nederland aan land is gebracht.
Hybride: Is een wijnstokvariëteit die gekweekt is door de ene soort (Vinifera) met een andere soort (vaak Amerikaanse) te kruisen.
Hygiënecode Zijn wettelijke regels voor het werken met wijn. Bijvoorbeeld hoe je wijn mag maken en hoe een wijnhandelaar zijn wijnen moet opslaan en controleren.
J
Jeroboam: Is een wijnfles met een inhoud van 4,5 liter.
Jong: 95% van alle wijn wordt binnen twee jaar na het oogstjaar gedronken. En wordt daar ook op gemaakt. Opleggen is niet nodig en een kurk dus eigenlijk ook niet want die is vooral bestemd om hoge kwaliteitswijnen langzaam van zuurstof te voorzien om ze zo te laten ouderen. Nog een weetje met betrekking tot jonge wijn: laat je niets wijsmaken door jouw wijnverkoper als je bij hem een glas jeugdige wijn drinkt die niet lekker is. De mededeling dat hij dat wel wordt, omdat hij nog moet ouderen, is jokken. Vieze jonge wijn wordt later vieze oude wijn.
Joven: Jonge wijn uit Spanje die genoten heeft van een eikenhoutvrije jeugd. Vaak dus onbekommerd, fruitig en heel erg zichzelf.
L
Languedoc en Roussillon: Eerste Franse wijnbouwgebied waar de Romeinen de wijnstokken plantten die ze in hun handbagage hadden meegenomen. Tekende ooit voor 10% van de mondiale wijnproductie. In grote lijnen de lappendeken van wijngaarden vanaf Marseille langs de Middellandse Zee kust tot aan de Spaanse grens. Wordt ook wel Frankrijks Nieuwe Wereld genoemd. Vestigingsplaats van jonge wijnmakers uit Bordeaux en Bourgogne die daar de almaar stijgende grond prijzen niet meer konden ophoesten. Deze emigratie betekende een enorme kwaliteitsimpuls voor een regio die tot voor kort slechts bekend stond om zijn bulkwijn die verwerkt werd tot anonieme vin de table. Sommige van Frankrijks mooiste wijnen komen er inmiddels vandaan. Ook producenten uit de echte Nieuwe Wereld zijn er neergestreken. Bekendste naam binnen de regio de Vin de Pays d’Oc.
Late harvest: Is een Engelse term voor het Franse vendange tardive, wat letterlijk “late oogst” betekent. Dit resulteert in een zeer zoete wijn.
Leer: Geurimpressie die vaak wordt toebedacht aan Shiraz wijnen, veelal van Australische makelij. Maar ook een oudere Bordeaux wil zich wel eens presenteren als kasteelheer met leer.
Liebfraumilch: Beroemdste en meest gevreesde wijn uit Duitsland. Is louter ontwikkeld voor de export. Neemt daar helaas nog 60% van voor zijn rekening. Veelal halfzoet, vaak ook erg naar.
Linzen: De Oostenrijkse witte held, de Grüner Veltliner, kan hier soms enigszins naar geuren.
Liquoreuze wijn: Is een Franse term voor zeer zoete wijn.
Loire: Strekt zich uit over honderden kilometers. Ofschoon de wijnbouwgebieden ver uit elkaar liggen (zo ligt het westelijke Muscadet, aan de monding van de rivier, 500 kilometer verwijderd van de wijngaarden van Sancerre en Pouilly-Fumé in het oosten)., zijn toch bijna alle droge, witte wijnen die er geoogst worden smaak technisch familie van elkaar. Of er nu Sancerre, Pouilly-Fumé, Quincy, Cheverny, Anjou of Touraine op het etiket staat. En of ze nu gemaakt zijn van de eigen Chenin Blanc of van de Sauvignon Blanc, de twee meeste aangeplante druivensoorten aldaar, ze smaken altijd fris, mineraal, transparant en levendig. Een smaakpatroon dat ze onder meer te danken hebben aan het feit dat de Loire de noordwestelijke grens vormt van de Europese wijncultuur. Er gaat dan ook menig zomer voorbij dat de plaatselijke Sauvignon Blanc de sun block ongebruikt kan laten. Dat maakt wijn kopen uit dit district er niet altijd even eenvoudig op. Te weinig zon levert druiven op met te weinig zoet (er groeit hier een soort dat laat rijpt) en te zure wijnen zijn dan het gevolg. Op een enkele uitzondering na – Sancerre en Pouilly-Fumé – kan Loire wit het beste twee tot drie jaar na het vermelde oogstjaar gedronken worden, dat geldt overigens niet voor de prachtige zoete wijnen die er ook vandaan komen, gemaakt van de Chenin Blanc. Die kunnen vaak wel een mensenleven lang mee. Maar waarom zou je lang wachten? Rijp fruit, honing, marsepein van de goede banketbakker zijn uw beloning als u nu een Coteaux du Layon open maakt.
Loofwandbeheer: Is een wijnbouwkundige term waarbij de positie en dichtheid van het loof (de bladeren) bewust wordt beheerd met als doel een optimale kwaliteit druiven te verkrijgen.
Lutte raisonnée Strijd die de (biologische) wijnboer voert om zonder herbiciden en pesticiden ongedierte, ziektes en schimmels uit zijn wijngaard te houden. Homeopathische preparaten worden ingezet, Bordeauxse pap mag nog net en spinnetjes die het schorem te lijf gaan. Arbeidsintensief, maar het werkt en wordt gelukkig op steeds grotere schaal toegepast. Want waarom staan we wel op onze achterste benen als we medicamenten en groeihormonen in ons stukje vlees aantreffen en zouden we restjes onkruiden insectenverdelgers wel rustig opdrinken?
N
Nebbiolo: Samen met de Sangiovese de druif der druiven in Italië. Lastpak, maar eenmaal getemd is het een kunstenaar die Barolo’s en Barbaresco’s te voorschijn tovert. Veel van alles krijgt zijn drinker: tannines, zuren, rozen, teer, kersen, pruimen, leer, kruiden (vers en gedroogd), drop en gedroogd fruit. En hij hoeft zich niet te haasten om het allemaal in één keer op te maken. De Grote Jongens hebben een hele lange adem.
Nederland: Wijn maken ontstijgt hier nauwelijks het hobbyniveau. Enkele aardige wijndomeinen (onder andere Apostelhoeve) zijn eerder curieus dan niet te missen producten. Er zijn wel veel Nederlanders in den vreemde die op (hoog) niveau wijn (laten) verbouwen. Na het tweede huis, de tweede auto en de tweede vrouw is nu het eerste wijngoed razend populair. Holland spreekt onder andere al een woordje mee in Frankrijk (Giscours), Nieuw-Zeeland (Staete Landt), Amerika (Bernardus) en Argentinië (Salentein).
Négociant: Is Frans voor een bottelende handelaar.
Nieuwe wereld of Nieuwe wijnlanden: Het geheel van wijnlanden die niet bij de oude Europese wijnlanden horen, zoals Chili en Australië. Onder de Oude wereld vallen wijnlanden als Frankrijk, Spanje en Italië.
Nieuw-Zeeland: Kwantitatief gesproken wordt er over Nieuw-Zeelandse wijn nog wel eens schamper gedaan: de hele jaaroogst van het land is in liters nog altijd minder dan die van Southcorp, het grootste wijnbouwbedrijf van Australië. In totaal levert het land niet meer dan 1% aan de wereldwijde wijnproductie. Kwalitatief gesproken oogsten hun rood en wit echter mondiale bewondering. Een hele prestatie: want ‘echte’ wijnbouw bestaat in Nieuw-Zeeland pas sinds 1973. Er wordt zeer smakelijke Pinot Noir gemaakt en prachtige Chardonnay (de wijn die de Kiwi’s zelf het liefst drinken). En volgens Oz Clarke, gevierd en gevreesd wijnschrijver, is Marlborough zelfs ‘de Sauvignon Blanc-hoofdstad van de wereld’. Een statement waarmee hij in de Loire geen vrienden heeft gemaakt. De belangrijkste wijngebieden zijn op het Noordereiland Hawkes Bay (vooral voor Cabernet Sauvignon en Merlot), Gisborne (vanwege hun tropische en toch frisse Chardonnay) en op het eerdergenoemde Zuidereiland Marlborough (het mekka van de Sauvignon Blanc). Niet alleen het land is in tweeën gedeeld, ook de wijnindustrie: 60% is in handen van een tweetal grote spelers: Montana/Corbans en de Villa Maria/Vidal/Esk Valley-groep. De rest (in totaal ruim 20.000 hectare) is verdeeld onder honderden kleine, maar vaak hyperfanatieke wijnboeren, veel mensen die uit pure passie hun ‘normale’ baan hebben verruild om wijn te gaan maken.
Nominaal volume: Is de hoeveelheid wijn in de fles.
Non-vintage: Is een term die met name wordt gebruikt voor mousserende wijnen zoals Champagne om een wijn aan te duiden die geen jaartal draagt, maar een samenstelling is van verschillende oogstjaren.
P
Peper: Zwarte peper is vaak te bespeuren in de afdronk van Syrah of Shiraz. Witte peper treft men bij een goede Sauvignon Blanc of Grüner Veltliner. Wie veel peper als specerij in zijn gerecht gebruikt, moet oppassen met fijne en complexe wijnen, want die sneuvelen. Ook erg ‘peperige’ wijnen voelen zich niet zo op hun gemak met concurrentie uit dezelfde smaakstal. Peper en peper zorgt gauw voor een onaangenaam mondgevoel.
Persen: Het persen van druiven. Het sap uit de druiven persen met de voet, was vroeger de gewoonte. Nu gebeurd dat nog wel in Portugal (Douro). Door een moderne machine kan dat nu zeer precies worden uitgevoerd. Een belangrijk moment bij het wijn maken. Hoe minder vaste delen je met het sap mee laat vloeien, des te minder er van de schil (tannine) in de most terecht zal komen. Ook de schilwand kan men onbeschadigd achterlaten. Voor een zuivere wijn zijn het glucoserijke sap en de gistcellen van belang. Laat men vaste delen toe in een most, dan zal de wijn anders gaan smaken. Vaste delen zijn er later eventueel uit te filteren, maar goede apparatuur om dit te kunnen, is erg duur.
Pezsgö: Is mousserende wijn uit Hongarije.
pH: Is een belangrijke maat voor de zuurgraad van de wijn die ook de kleur en het rijpingspotentieel kan beïnvloeden.
Phylloxera: Is een ziekte in de wijnranken, veroorzaakt door een klein vliegje (druifluis) die eind 19e eeuw het grootste deel van de Europese wijnbouw vernietigde. Ongeveer 3/4 van de Franse wijngaarden zijn toen vernietigd. De techniek van het enten heeft de Franse wijngaarden gered.
Piëmonte: Noordwest-Italië. Letterlijk: ‘voet van de berg’, want gelegen met aan de noord- en westkant de Alpen en in het zuiden de Apennijnen. Samen met Toscane het belangrijkste wijngebied. Belangrijkste rode wijndruif: Nebbiolo. Tekent onder andere voor de begeerde en beroemde Barolo. Maar ook Barbera, Dolcetto en Barbaresco hebben inmiddels de wereld veroverd. Wit: vooral Moscato d’Asti en Gavi van de Cortesedruif. Maar ook Chardonnay mag zich verheugen in steeds meer fans. Inmiddels is al 25% van Piëmonte wit.
Pinotage: Unieke Zuid-Afrikaanse druif. Wordt ook alleen daar geëxploiteerd, hoewel er in Australië op zeer kleine schaal mee geëxperimenteerd wordt. Kruising van de Pinot Noir en de Cinsault die in 1925 aan elkaar voorgesteld werden op de Universiteit van Stellenbosch door professor Perold. Is sindsdien toegejuicht en verguisd. Tekent voor zowel simpele bulkwijn als spectaculaire en vrij kostbare kassuccessen. Is hoe dan ook altijd een wijn met een volstrekt eigen signatuur in geur en smaak. Zwarte bessen, moerbeien, pruimen, geroosterde marshmallows en specerijen. Lekker als ze zich allemaal presenteren, maar dat gebeurt slechts zelden. Vaak worden al deze delicatessen weggevaagd door een tanninebombardement. En de heerlijke ‘marshmallows’ ruiken maar al te vaak naar verbrand rubber of autobanden. Zelfs in blends is de Pinotage gewoonlijk overduidelijk aanwezig.
Pinot blanc: Is een aan de Pinot noir en Pinot gris verwante druif en vindt zijn oorsprong in Frankrijk. Pinot Blanc is een druivensoort die weinig ziektegevoelig is. De druif geeft vrij neutrale wijnen en zowel in de smaak als de geur komen appels en wit fruit naar voren.
Pinot Noir: Is een blauwe druif waarvan alle grote rode Bourgognes worden gemaakt. De Pinot Noir is een wereldwijd veel aangeplante druif en is één van de oudste druivenrassen en vindt volgens kenners zijn oorsprong in het Nijldal. Pas Vanaf de 4de eeuw wordt de Pinot Noir gekweekt in de Bourgogne.
Polyfenolen: Zijn tannine en kleurstoffen in wijn. Het zijn wateroplosbare stoffen die een belangrijke rol in alle levensmiddelen vervullen, als antioxidant, kleurstof, tegengaan van bruinkleuring, remstof voor enzymen.
Port: Is de beroemdste wijn van Portugal. Samen met Sherry en Madera één van de drie befaamde ‘versterkte’ wijnen op deze wereld. Afkomstig uit de Douro-vallei in het noorden van het land. Port wordt gemaakt van een enorme diversiteit van blauwe druiven die gedeeltelijk vergist worden, waarna de wijn wordt versterkt door er brandewijn aan toe te voegen. De vergisting stopt en de restsuiker blijft waardoor Port zijn magische, zoete smaak krijgt. De vintage is fameus, deze Port met een jaartal is zeldzaam. Gemiddeld wordt er maar drie keer per decennium een vintagejaar genoteerd. Vintageport kan enorm goed ouderen. Zeventig plussers zijn in deze categorie niet vreemd. Zijn schier onsterfelijkheid is echter ook zijn zwakte. Want waar vintage-Champagnes (deze kennen dezelfde vintageregelmaat als Port met een jaartal) als de perfecte consumptie worden gezien tot besluit van een leuke deal, tijdens een gezellige vernissage of gewoon omdat het weekend is, zijn de gebruiksmomenten van vintage Port veel zeldzamer. De trots van de Douro-vallei moet in de kelder wachten op het moment dat bruidsparen zilver worden, de kinderen hun eerste eigen huis betrekken of Abraham aan de deur staat. Dan toveren we zo’n fles uit het geboortejaar te voorschijn, decanteren hem, om daarna voorzichtig te nippen. Tot groot verdriet van de moderne portmarketeers is de doorstroming dus nihil. Zij doen er alles aan om te benadrukken dat deze Port ook jong gedronken kan worden. Vintage Port is weliswaar de meest gezochte port, het is niet de best verkopende. Al is het maar omdat er bijzonder weinig van is. In overvloed leverbaar echter zijn de Ruby en de Tawny die (helaas) inzet zijn geworden van de immer voortwoedende supermarktstrijd. Ze snoepen marktaandeel af van Sherry, maar dat lukt niet zonder dat de afprijstang wordt gehanteerd. Zo dreigt die keurige Port een stuntartikel te worden.
Portugal: Grootste kurkland ter wereld. Tevens Port producent, en producent van de commerciële rosé (Mateus is het grootste rosémerk van de wereld). Begint nu ook andere, opwindende wijnen op zijn conto te schrijven. Evenals in Italië is de grootste kracht het enorme arsenaal van autochtone druiven, die al dan niet geblend met ‘de internationals’, verrassende, niet al te kostbare wijnen opleveren. Niet ‘veel’ is nog het motto (Portugal is overigens nog wel steeds de vierde producent van Europa) maar ‘goed’. Dao ontdoet zich langzaam maar zeker van zijn imago van vermoeide oude man. In Alentejo wordt prachtig wit gemaakt en rood met veel fruit. Estremadua tekent voor kruidig rood met veel geur en smaak en ook het wit dat daar vandaag komt, is niet futloos meer en geoxideerd, maar dynamisch, vief en monter. Illustratief voor de Portugese wijnindustrie.
Pourriture noble: Betekent letterlijk “edele rotting”. Het is een schimmel die rijpe druiven vlak voor de oogst aantast. De druiven verliezen dan veel vocht en verschrompelen aan de stokken. Van deze druiven worden rijke en complexe wijnen gemaakt zoals Sauternes uit de Bordeaux.
Premier cru: Is een veelgebruikte term. Het wijst in de Bourgogne en de Champagne naar één van de beste wijngaarden.
Primeur (nieuwe wijn): Wijn die volgens een snelle methode is geproduceerd. De primeurs mogen de wijnmakerijen verlaten vanaf 15 november.
Priorat: Tot de jaren tachtig een Spaanse DOC in Catalonië die nauwelijks van betekenis was totdat de jeugd daar de macht greep. En die bleek inderdaad de toekomst te hebben. Moderne wijn maak technieken en Cabernet Sauvignon (in combinatie met de vertrouwde Garnacha en Carinena) wisten aan de steile helling vol leisteen plots prachtige wijn te ontfutselen. Thans is Priorat producent van soms indrukwekkend, bijna altijd (zeer) kostbaar rood dat zeer goed kan ouderen.
Productiviteit: Geeft aan hoeveel hectoliter (hl) wijn een wijngaard per hectare (ha) produceert.
Prosecco: Is een witte druif en wordt voornamelijk gebruikt voor mousserende wijn. De druif is aangeplant in Italië ten oosten van Venetië en in Frioul. De oorsprong van deze druif ligt waarschijnlijk in de gelijknamige gemeente Prosecco.
R
Refractometer: Is een apparaat om het suikergehalte in druiven te meten.
Remuage: Is een Franse term die wordt toegepast bij de productie van mousserende wijn. Het gistbezinksel dat neerslaat bij de tweede gisting op fles doormiddel van de fles te kantelen en te draaien.
Rendement: (bij een wijngaard) Is de opbrengst van druiven per oppervlakte eenheid. Uitgedrukt in hectoliter per hectare.
Reserva: Is wijn waarbij het aantal maanden rijping in het vat en op de fles verschilt per gebied/land. Een reserva moet voldoen aan drie voorwaarden: hij moet afkomstig zijn van één goed oogstjaar en minimaal één jaar op vat en één jaar op fles hebben gelegen. Het alcoholgehalte moet minimaal een half procent hoger zijn dan is voorgeschreven. Bv. Portugal: 12 maanden gerijpt op hout, 24 maanden op de fles.
Restsuikergehalte: Een belangrijk gegeven in de wijn. De hoeveelheid onvergiste suikers die in de wijn achterblijft.
Rhône: Het Franse wijndistrict dat naast Bordeaux de meeste AC-wijnen van Frankrijk produceert. Syrah en Grenache floreren en zorgen voor rood. Marsanne, Rousanne en Viognier nemen de witproductie voor hun rekening. Het Rhône-dal is thuishaven van de Châteauneuf-du-Pape, Saint-Joseph, Vacqueras, Cornas, Gigondas, Condrieu en Muscat de Beaumesde-Venise bij bijvoorbeeld. Maakt de meest begeerde wijnen ter wereld in rood (Côte Rôtie) en wit (Château Grillet), maar is tevens producent van onwaarschijnlijke hoeveelheden rode Côteaux-du-Rhône die we graag in voornoemde thuishaven zouden willen kieperen. In de Rhône zitten de wijnbouwers daarom niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk in het dal nadat ze te lang, te veel te dure wijnen hebben gemaakt die niet te drinken waren. En nu keert de markt zich tegen hen. Het verhaal is bekend: de Nieuwe Wereld maakt van dezelfde druiven (vooral qua rood) betere wijnen en brengt ze voordeliger op de markt. Grote hoeveelheden onverkoopbare voorraden beheersen de kelders. De oplossing is overigens simpel. Gewoon weer lekkere wijn gaan maken en de kopers staan weer in de rij.
Ribera del Duero: Grote tegenhanger van Rioja in de streek Castillo y Leon. Ook hier is de Tempranillo de grote speler, vaak geblend met Cabernet Sauvignon en Merlot. Staat pas sinds de jaren tachtig echt op de Spaanse ‘wijnkaart’ maar er wordt rood gemaakt dat vaak van beter kwaliteit is dan dat uit Rioja. De producenten moeten echter oppassen om niet al te hebberig te worden. Er wordt als een dolle aangeplant, waarbij de kwaliteit uit het oog verloren dreigt te worden. Daar hebben zij bij Pingus, het beroemdste domein hier, nog geen last van want dat is, ondanks zijn relatief jonge leeftijd (anno 1995), met afstand de kostbaarste wijn van Spanje. Daar doet de Spaanse liefhebber ook een moord voor. En ook elders op de wereld moet je eerst een bank beroven voordat je tot aanschaf over kunt gaan: tussen de twee- en vijfhonderd euro voor een flesje is de gangbare prijs en daarmee is hij kostbaarder dan de gevestigde namen Vega Sicilia en Pesquera.
Riesling: Zo’n dertig jaar geleden was Riesling nog de beroemdste en meest begeerde druif ter wereld. Wie toen witte wijn dronk, dronk Riesling. Van Chardonnay stonden toentertijd alleen wat stokjes in Bourgogne. Riesling daarentegen stond overal aangeplant. Of beter gezegd, vooral andere druiven die zo genoemd werden. Oostenrijk had zijn Welschriesling, Hongarije Olaszrisling en Tsjechië Rizling Vlassky. Ook in de Nieuwe Wereld werd er lustig op los gekopieerd. In Australië doopten ze de Semillon om tot Riesling en werd met het grootste gemak nog een andere druif, de Crouchen, van dezelfde alias voorzien. Ook in Amerika was het onbeperkt Riesling drinken, onder andere dankzij de Emerald Riesling, de Missouri Riesling en de Gray Riesling. Maar die faam verdampte. Nu ligt de schending van dit ‘merkenrecht’ niet eens aan de basis daarvan. Daarvoor moeten we terug naar de jaren vijftig, nota bene naar Duitsland. Daar werden toen in hoog tempo ook andere druiven aangeplant, vooral Müller-Thurgau. In de jaren zeventig was het zelfs de meest aangeplante druif van het land. Bovendien werd er steeds makkelijker steeds meer wijn geproduceerd. Het gebruik van recente uitvindingen als kunstmest, insecten- en onkruidverdelgers werd van harte gepropageerd, wijn maken zelf geïndustrialiseerd. En toen begon de consument zich langzaamaan af te vragen waarom hij in hemelsnaam al jaren van dat slappe, futloze suikerwater aan het drinken was. Zijn nieuwe liefde heette Chardonnay en de Riesling werd afgedankt, terwijl hij, door al die imitaties, waarschijnlijk nog nooit had kennisgemaakt met zijn ware aard. Jammer, want van Riesling wordt wijn gemaakt in zijn meest pure vorm. De druif is allergisch voor hout. Waar de Chardonnay zijn karakter pas in de wijnkelder krijgt dankzij de inzet van Frans of Amerikaans eiken, zoekt de Riesling het veel dichterbij. Het eigen terroir is zijn grootste troef. Een echte rieslingmaker mag zich graag ‘terroirist’ noemen. Hij maakt zijn wijn in de wijngaard en niet in de kelder. Wie dat motto koestert, kan uniek wit produceren. Licht en lager in alcohol en toch vol kracht. Nerveus en toch in balans. Een wijn met een prachtige jeugd en een geweldig ouderingspotentieel waarin zo veel te ontdekken valt: bloemen, honing, mineralen, citrusfruit, appels, peren, perziken, marsepein en peper en waarin zuur en zoet een droom duo vormen. In Duitsland, waar het verval werd ingezet, zijn thans ook de eerste tekenen van herstel zichtbaar. Industrieel werken wordt steeds meer afgezworen en de biodynamische principes van Rudolf Steiner worden omarmd. Speciale compost en de stand van de maan en de andere planeten vervangen kunst- en vliegwerk. De Riesling lijkt aan zijn Renaissance begonnen. En ook uit Australië, Oostenrijk en Nieuw-Zeeland proeven we hem steeds vaker en vooral, op een hoger niveau.
Rijpen: Het laten rusten van wijn om hem beter te laten smaken.
Rioja: Lange tijd waren de wijngaarden langs de Ebro en de Rio Oja in het noordoosten van Spanje het visitekaartje van het land. Belangrijkste druiven: Tempranillo en Garnacha die hun sap lekker lang mochten laten rusten op Amerikaans eiken, goed voor een fikse shot vanille. Dat in combinatie met de onmiskenbare aardbeiensmaak en vaak wat gestoofd fruit trok decennialang volle zalen. Maar de consumentensmaak veranderde en de Rioja-producenten begonnen langzaamaan het prijsniveau op te schroeven en tezamen is dat uiteindelijk een beproefd recept voor overvolle kelders. Nog steeds is de kwaliteit wisselend. Maar nieuwe, ambitieuze producenten (Artadi, Roda) dienen zich aan en proberen de kwaliteit van ‘concurrent’ Ribera del Duero minimaal te evenaren.
Roestvrij: staal Ook wel inox genoemd. Grootste revolutie in de wijnwereld sinds de uitvinding van de fles. Vervangt het eikenhouten vat als opslag of als vergistingsplek en stelt de wijnmaker in staat om zijn wijn schoner te maken (geen ongewenste houtsmaakjes), zonder dat er sprake is van zuurstofcontact en met een regelbare temperatuur. Geur- en smaakaroma’s komen zo geconcentreerder in de fles. Ideaal voor wijnen die bedoeld zijn om jong te drinken.
Rooien: Het opzettelijke verwijderen van complete wijngaarden.
Rose: Is een frisse wijn, gemaakt door de schillen van blauwe druiven voor de kleur kort met het witte druivensap te laten mee gisten. Meestal een assemblage van druivensoorten. Saignée komt hier goed van pas.
Rozijn: Gedroogde druif waarvan bepaalde type wijnen wordt gemaakt zoals Amarone.
Rueda: Sinds kort zeer populaire DO, iets ten westen van Valladolid. Eerst werden er wat Sherry-achtige wijnen gemaakt en was de saaie Verdejodruif er koning. In de jaren zeventig kreeg het gebied een geweldige kwaliteitsimpuls toen een grote naam uit Rioja, de Marqués de Risqual, er neerstreek en er Sauvignon Blanc aanplantte. Die leverde geweldige crispy witte wijnen op, boordevol stuivend fruit. In de schaduw van dit succes kwam ook de Verdejo weer tot bloei. De Riscal herontdekte de duizendjarige en ook andere wijnmakers maakten weer kennis met hem. Vooral dankzij de nu voorhanden zijnde moderne wijn maak technieken weten zij de fletse Verdejo inmiddels te verleiden tot een fantastische blanco. Oogsten gebeurt in de vroege uurtjes, vaak nog in het donker. De plukkers gaan met mijnwerkershelmen voorzien van een lamp, de wijngaarden in. De druiven worden verzameld in kleine plastic bakken, waardoor er minder kans ontstaat op kneuzing en de boel al begint te gisten. Tijdens het vervoer wordt er een ‘deken’ van stikstof over het fruit gelegd om contact met zuurstof tot een minimum te beperken, een procédé dat ook tijdens het feitelijke wijn maken wordt voortgezet. Ondanks deze arbeidsintensieve manier van werken en de groeiende populariteit is dit wit uit Rueda toch nog alleszins betaalbaar.
T
Tafelwein: De laagste kwaliteitsaanduiding voor Duitse wijnen. Te vergelijken met de Franse Vin de Table wijnen.
Tafelwijn: Is de laagste categorie wijn. Meestal uitsluitend met aanduiding van het land van herkomst of de EU.
Tannine: Tannine is één van de belangrijkste bestandsdelen van rode wijn en wordt ook wel looizuur genoemd en komt voor in de schillen, pitjes en steeltjes van druiven. Ook via een eikenhouten wijnvat komt er tannine in de wijn terecht. Bij het persen en gisten van de druiven komt er tannine in de wijn. Door de tannine kan een wijn langer bewaard worden omdat de tannine het oxidatieproces vertraagd. Witte wijn is arm aan tannine, tien maal minder dan rode wijn. Tannine is voor rode wijn wat zuurgraad is voor witte wijn.
TBA: Afkorting van Trockenbeerenauslese. Duitse term voor zeer zoete wijn waarvan de druiven met botrytis zijn aangetast.
Tempranillo: Is een typisch Spaanse druivensoort voor rode wijn, die vroeg rijp is (de naam Tempranillo betekent dan ook “vroeg”).
Terroir: Is Frans voor bodemsamenstelling. ‘Terre’ betekent grond of bodem. Het staat voor het totaal van de directe omgeving van de druivenstok. Hieronder vallen bodem, microklimaat en de natuurlijke waterhuishouding. Terroir wil ook zeggen dat men de bodem in de wijn kan proeven.
Toast: Geuromschrijving die vaak wordt gebruikt bij Chardonnays die op eikenhout gelagerd zijn geweest. Ook een aanduiding uit de wereld van de wijnvatenmaker: toasting. Een veel gebruikt procedé is het schroeien en branden van de binnenkant van de vaten. Mogelijke gradaties: tussen licht en zwaar. Afhankelijk daarvan krijgt de opgeslagen wijn een extra ‘gerookte’ smaakimpressie mee. Is niet altijd een geslaagde manier van wijn maken, want ook hier geldt weer (evenals bij ‘normaal’ houtgebruik): als de kwaliteit van het druivensap niet goed is, wordt de wijn er niet beter op maar viezer.
Torrontés: Populaire witte druif in Argentinië. Geeft muskaatachtige, zeer ‘druivige’ wijnen die geweldig als aperitief kunnen fungeren als zij tenminste gemaakt zijn met voldoende zuren. Vaak gezien in combinatie met de onvermijdelijke Chardonnay.
Toscane: Het epicentrum van Italië’s wijnindustrie. Niet groot wat kwantiteit betreft: slechts drie miljoen hectoliter, maar 45% daarvan heeft wel de DOC-status en wordt daarom in één kwaliteitsadem genoemd met Bordeaux en Bourgogne. De belangrijkste DOC’s zijn Chianti, Montalcino, Montepulciano en natuurlijk vinden ook de Super-Tuscans hier hun oorsprong. Bij rood regeert de Sangiovese. Bij wit Malvasia en de Trebbiano.
Tranen: Glycerinesporen (dat in kleine hoeveelheden wordt geproduceerd tijdens het vergistingsproces) aan de binnenkant van het glas. Een term die vaak wordt gebruikt om zich bewonderend over de kwaliteit van de wijn te spreken, maar dit wil niet alles zeggen.
Trocken: Is een Duitse term voor droog. Het betekent niet zoet.
Trockenbeerenauslese: Veelal trosje voor trosje, of zelfs druif voor druif, bij elkaar geplukte wijnen. Druiven zijn ingedroogd en vaak ‘aangedaan’ door edelrot, waardoor er enorm geconcentreerde wijn ontstaat. Wordt zeer begeerd, is van de topdomeinen, is geruststellend kostbaar en geeft een unieke belevenis.
Tweede wijn: Briljante marketingtruc. Wijn gemaakt van druiven van jonge stokken of van minder goede percelen. Al naar gelang de eerste wijn van een domein hoog aangeschreven staat, kan ook het tweede ‘label’ een fiks prijskaartje omgehangen krijgen. Bekende ‘tweetjes’: Les Forts de Latour, Pavillon Rouge (van Château Margaux), Carruades de Lafite en La Dame de Montrose.
V
Varietel wijn: Is wijn die voor het grootste deel van één druivenras is gemaakt en genoemd is naar dit druivenras. Deze wijnen komen meestal uit gebieden waar veel druivenrassen op een kleine oppervlakte worden verbouwd. Vooral wijnlanden uit Noord- en Zuid-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland passen dit toe.
Vatrijping: Het proces van rijping van wijn in een vat. Hierdoor wordt de wijn door allerlei biochemische reacties steeds beter drinkbaar.
Vatgisting, houtgisting: Een veel voorkomende en bekende vinificatie techniek waarbij de eerste vergisting plaats vindt in een houten vat.
V.D.l.T: Betekent Vino de la Tierra. Het is de één na laagste kwaliteitsaanduiding voor Spaanse wijnen. Te vergelijken met de Franse Vin de Pays wijnen.
VDQS: De één na hoogste kwaliteitsaanduiding voor Franse wijnen. Het staat voor “Vin Délimité de Qualité Supérieure”.
V.D.T: Betekent “Vino da Tavola”. Het is de laagste kwaliteitsaanduiding voor Italiaanse wijnen. Te vergelijken met de Franse Vin de Table wijnen.
Veiling: Kans op koopjes hoewel dat zelden geldt voor de echte grote namen. Wel de aangewezen plek om oudere jaargangen aan te schaffen die niet meer in de schappen staan. Leuke gelegenheid om wijnen op leeftijd te kopen, al dan niet uit het geboortejaar van de kinderen. De Engelse en de Amerikaanse wijnbladen hebben zelfs een apart financieel katern, waarin uitgebreid aandacht besteed wordt aan de prijzen die top wijnen op de veiling noteren. En waar de financiële markten werken met de indexen van de Dow Jones, De FTSE en de AEX, hoeft ook de wijnliefhebber het niet zonder een auction index, een fine wine price watch en tacking performances te stellen. Ook de wereld van rood, wit en rosé kent zijn blue chips. Bordeaux uit memorabele jaren fungeert gewoonlijk als benchmark. Dankzij een in 1855 geïnstitutionaliseerd pikorde bestaat er een helder overzicht van 1e tot en met 5e grand cru classés. Latour, Mouton Rothschild, Lafite Rothschild, Margaux en Haut-Brion voor hun rood en D’Yquem voor zijn witte sauternes vormen een eigen categorie. En, hoewel ze niet binnen deze Bordeaux-classificatie vallen, behoren ook Petrus en Le Pin (pomerol) en Ausone en Cheval Blanc (st.-Emillion) tot deze elite. Bourgogne is overzichtelijker. Slechts één domein heeft het tot wereldmerk weten te schoppen: Domaine de la Romanée-Conti dat met zijn grands crus Romanée conti, La Tâche, Richebourg, Grands Echézaux en Echézaux de index vormt. Port wordt veelal bepaald door prijzen die op de veilingen betaald worden voor vintage-bottelingen van de veertien meest gereputeerde huizen. Vanzelfsprekend heeft de Amerikaanse wijnpers ook nog een Californië Cabernet-index in het leven geroepen. Chauvinisme is hier een goede vriend van de veilingmeester. Voor de lokale helden van Veaulieu Vineyards, Robert Mondavi en Screaming Eagle wordt fluitend tussen de honderd en de duizend dollar per fles betaald door gefortuneerde Amerikaanse liefhebbers. Terwijl sommige jaargangen Opusone zelfs bedragen halen die soms zelfs nog hoger liggen dan die van de Bordeaux-top. Het oude Europa schudt meewarig het hoofd dat er dergelijke sommen worden neergeteld voor wijnen die vanuit historisch perspectief gezien bij wijze van spreken nog in de luiers lopen. Al met al worden er dus serieuze bedragen afgehamerd bij Christies en Sotheby’s, de grote spelers in dit mondiale wijnveiling spel. Zij zetten wereldwijd gemiddeld 25 miljoen euro om met zo’n veertig veilingen per jaar, enigszins afhankelijk van de toestand waarin de wereld economie zich bevindt.
Vendange tardive: Is een Franse term voor late oogst. Dit resulteert in een zeer zoete wijn.
Vendange vert: De groene oogst. Jonge trossen worden ruim voordat de echte oogst begint al afgeknipt. Zo krijgen de overgebleven druiven meer voedsel en kracht, waardoor er een betere, want geconcentreerdere wijn ontstaat.
Vendimia: Spaanse oogst, maar veel vaker de aanduiding voor het oogst jaar.
Verbrande toast: Niets aan de hand. Wat oudere St. émillons (sommige witte Graves of wijnen uit Hunter Valley in Australië) willen hier nog wel eens naar ruiken.
Verenigde staten: Eigenlijk: Californië, want deze staat tekent voor 90% van alle Amerikaanse wijn. Ook Oregon staat op de kaart, vooral als producent van meer dan verdienstelijke Pinot Noir. Washington is niet alleen bekend om zijn witte huis, maar ook om zijn witte wijn van Chardonnay. En er komt aardig rood van Cabernet Sauvignon en Merlot vandaan. Canada is verrassenderwijs de grootste producent van icewine.
Vermout: In het Italiaans ook wel vermouth. Is een versterkte witte of rode wijn. Op smaak gebracht met planten, kruiden, suiker en karamel. De grootste producenten zitten in Piemonte. Eén daarvan, Martini & Rossi, is zo bekend geworden dat Martini synoniem is geworden voor Vermout.
Versterkte wijn: Wijn die sterk is gemaakt door in een bepaalde fase tijdens de wijnbereiding alcohol toe te voegen. Voorbeelden zijn Port of Sherry.
Vet: Volle ronde, romige, filmende wijn.
Vieilles vignes: Frans voor oude wijnstokken. Soms wel stokken van meer dan tachtig jaar oud.
Vigneron: Frans voor wijnbouwer/druiventeler.
Vijf: De grote vijf. De vijf druivensoorten die het tot wereldmerk hebben geschopt. Chardonnay en Sauvignon Blanc voor wit. En Cabernet Sauvignon, Merlot en Syraz (Shiraz) voor rood.
Villages: Achtervoegsel bij voorbeeld bij Beaujolais of Côtes-du-Rhône-wijnen. Is bedoeld om aan te geven dat het hier toch echt een betere wijn betreft. Er zijn echter zat dorpen bekend waarbij voorbij rijden de beste optie is en te opteren voor de mogelijkheid prochaine sortie.
Vinã: Een Spaanse wijngaard. Niet te verwarren met datgene waarvoor deze aangelegd is, dat is namelijk vino: wijn.
Vin de garde: Frans voor een wijn die gemaakt is om te ouderen. Een zogenaamde bewaarwijn. Het potentieel van de wijn in de fles is groot.
Vin de paille: Zoete wijn van gedroogde druiven.
Vin de Pays: De één na laagste kwaliteitsaanduiding voor Franse wijnen.
Vin de Table: De laagste kwaliteitsaanduiding voor Franse wijnen.
Vin Doux: Naturel Zoete sterke wijn die wordt gemaakt door alcohol aan de gistende most toe te voegen voordat de wijn volledig vergist is, bijvoorbeeld Banyuls.
Vin gris: Bleekroze wijn die ontstaat uit zeer kort contact met de schillen van de druiven. Ook wel blush wine genoemd.
Vinho de Mesa: Is de laagste kwaliteitsaanduiding voor Portugese wijnen. Te vergelijken met de Franse Vin de Table wijnen.
Vinho Regional: Is de één na laagste kwaliteitsaanduiding voor Portugese wijnen. Te vergelijken met de Franse Vin de Pays wijnen.
Vinifera: Is een Europese soort wijnstok van het geslacht viniferera.
Vinificatie: Is wijnbereiding, de manier waarop wijn gemaakt wordt.
Vino: Spaans voor wijn.
Vino da Tavola: De Italiaanse tafelwijn. Maar binnen deze categorie vielen ook de Super-Tuscans omdat deze niet aan de 2de regelgeving behorende bij de DOC’s voldeden.
Vino de Aguja: Is een Spaanse licht mousserende wijn met minder dan 2,5 bar druk in de fles.
Vino de la tierra: De Spaanse vin de pays.
Vino de Mesa: Is de laagste kwaliteitsaanduiding voor Spaanse wijnen. Te vergelijken met de Franse Vin de Table wijnen.
Vinoloog: Iemand die met succes de opleiding voor vinoloog heeft volbracht. Weet in ieder geval in theorie veel van wijn.
Vino tipico: Italiaans wijnbegrip. Binnen de Vino da tavola bepaling mogen sommige wijnen zich Vino tipico noemen als ze voldoen aan een aantal regio gebonden karakteristieken.
Vin santo: De heilige wijn, vooral in Toscane. Zeer zoet, geconcentreerd wit op basis van gedroogde druiven. Veelal Malvasia. Collectors item.
Vintage: Is een term voor het benoemen van één enkel oogstjaar. Komt met name voor bij Champagne, Madera en Port.
Viooltjes: Veelgehoorde geuraanduiding als er sprake is van een glas gevuld met Pinot Noir.
Vitis Vinifera: Is een oerwijnstok, hiervan stammen alle huidige wijnstokrassen af.
Volkelwijn: Is een mousserende wijn uit Zuid-Afrika.
Vuursteen: Een geuraanduiding bij de Loire wijnen, vooral Sancerre en Pouilly-Fumé. Echte bijdehandjes willen ook nog wel eens flint roepen.
X
Z
Zinfandel: Is volgens Amerika hun nationale druif. DNA-onderzoek heeft echter aangetoond dat het hier om de Primitivo druif uit Italië gaat en, nog erger, ook de Plavac Mali uit Kroatië levert dezelfde vingerafdruk op. Neemt niet weg dat de Zinfandel in Amerika prachtige wijnen kan opleveren. Wie wil griezelen, drinkt eens een White Zinfandel. Klinkt wit maar is een rosé van de meest verschrikkelijke soort die smaakt naar mierzoet aardbeien sap uit de chemische fabriek. Zinfandel vult ook veel flessen met plat simpel rood. Maar wijnbrouwers die er hun best op doen kunnen Zinfandel laten schitteren en hem een geur ontlokken waarin vrijwel alle aroma’s te ontdekken zijn die er in rode wijn kunnen zitten. Ook de smaakpapillen hoeven zich niet te vervelen. Pepers, kaneel, oregano, viooltjes, rozen, cranberries, aardbeien, frambozen, zwarte bessen, bittere kersen, pruimen, dadels en rozijnen, noten en chocolade, ceder, roostertonen, vanille.
Zoet: Smaakkenmerk van een wijn, tenminste 45 g/l.
Zomerwijn: Een frisse wijn met niet teveel alcohol, vrij droog en strak. Niet complex.
Zout: Versterkt het effect van tannine.
Zuchten: Champagne-uitdrukking. Laat de kurk niet knallen, want dat is zonde. Bovendien is het gevaarlijk. In Epernay, een stad midden in de Champagnestreek, moet de oogarts jaarlijks minstens twintig gevallen behandelen van mensen die zo’n kurk vol in hun oog hebben gekregen. Hoe hoort het wel: draai de kurk voorzichtig los en kantel hem er zachtjes uit. Een zachte zucht zal u ten deel vallen.
Zuid-Afrika: Engelse wijn drinkers zijn op wijn uit van hun voormalige strafkolonie Australië. Het land heeft er Frankrijk verdrongen van de nummer één positie. Ook in Nederland prediken we het ‘wat je van ver haalt is lekker’ motto. Maar omdat wij een tijdje de lakens hebben uitgedeeld in Zuid-Afrika, kiezen wij voor hun rood, wit en rosé. Frankrijk hoeft hier echter nog niet te vrezen voor zijn eerste plaats. Bijna de helft van alle wijnen die in Nederland wordt verkocht, is afkomstig van chateau of een domaine. Toch is Zuid-Afrika momenteel al goed voor bijna 18% marktaandeel. Dit is vooral te danken aan hun prijspolitiek. Veel Zuid-Afrikaanse wijn is te koop tegen een Hollands prijsje. Tweede sterke punt: lollige namen. Eindelijk begrijpen we waar het over gaat als we op het etiket kijken. Dat belooft ons een Mooi Vooruitsig, Groot Geluk of een Goed Begin. Vandaar ook dat het vaderlandse kerstpakket een geliefde habitat werd voor menig Zuid-Afrikaan. Helaas leidt die aanwezigheid vaak tot een fikse koppijn, want het zijn nooit de beste die omringd worden door sierkaarsen, potjes pruimen en pakjes partytoast. Maar die groeiende populariteit is niet alleen te danken aan een concurrerende prijsvoering en een opvallende naamgeving. Wijnland Zuid-Afrika is wel degelijk producent van moderne, goed gemaakte wijnen. Ten opzichte van de andere Nieuwe Wereld landen staan ze echter nog met 3-0 achter. Het startschot voor vernieuwing klonk pas op het moment dat Mandela Robbeneiland mocht verlaten. Toen werd ook Zuid-Afrika uit zijn geïsoleerde positie bevrijd en kon er aan een 350 jaar oude wijntraditie een nieuw hoofdstuk toegevoegd worden. En dat was hoognodig. Drieënhalve eeuw monopolie van de KWV, de Koöperatieve wijnbouwersvereniging van Zuid-Afrika, had onder andere geresulteerd in verbod op het importeren van Europese wijnstokken en een handel via het quotumsysteem dat pas in 1992 werd afgeschaft. Aldus was dit ministerie van wijn verantwoordelijk voor overrijpe, lang opgelegde, rode wijnen, die ter plekke dikfoet werden genoemd en ook zo smaakten. En wit was al niet veel beter. Logge, slome, veelal geoxideerde narigheid, die geen enkele dorst kon lessen. Helemaal niet van de wijndrinkers buiten de landsgrenzen. Inmiddels is er een nieuwe generatie wijnmakers opgestaan, die volop experimenteert met allerlei druivensoorten. Vooral de internationale Varielas zijn populair. Voor rood, de populairste Zuid-Afrikaanse wijnsoort in Nederland, zijn dit de Cabernet Sauvignon, de Merlot en de Shiraz. De Pinotage, Zuid-Afrika’s enige eigen rode druif, dreigt er zowaar door in het verdomhoekje te komen. Lang werd deze unieke kruising tussen de Pinot Noir- en de Cinsautdruif als het visitekaartje van de hedendaagse Zuid-Afrikaanse wijn gezien, maar steeds meer ambitieuze wijnmakers willen ook met dit eigen DNA niks meer te maken hebben. Wel gaan er stemmen op hem te blijven gebruiken in eigen Cape Blend die een minimale dosis dient te bevatten en als tegenhanger moet fungeren voor de immers wereldwijd te produceren blends met Cabernet Sauvignon, Merlot en Shiraz. Ook wit is ruim vertegenwoordigd. Vanzelfsprekend wordt er gewerkt met de voor de hand liggende Chardonnay en Sauvignon Blanc die gemaakt worden in heel veel verschillende stijlen. Van zuiver en knapperig tot rond, rijp en exotisch. Chenin Blanc is nog wel de grootste, maar toch is het niet de belangrijkste druif. Nog te vaak wordt deze ingezet om nietszeggende, platte, slapfruitige wijnen, veelal voor bulkverzendingen, van te maken. Het goede nieuws is: men is aan het rooien. Het slechte nieuws is: Zuid-Afrika heeft nog steeds het grootste wijngaardarsenaal ter wereld. Grootste uitdaging in het algemeen: een eigen stijl ontwikkelen.
Zuiver Schoon: Positieve indruk van een wijn. Komt voor bij strakke witte wijnen en rosé.
Zuur: Meestal spreek je dan van een droge wijn. Diverse zuren (appel-, wijnzuur etc.) komen in de wijn voor.
Zuurgraad: Alle wijnen bevatten zuren, maar er moet onderscheid gemaakt worden tussen de vluchtige en de vaste zuurgraad. De vluchtige zuurgraad geeft bouquet aan de wijn, maar een teveel ervan doet de wijn verzuren. De vaste zuurgraad geeft harmonie aan de wijn.
Zuurstok: Een geur die vaak ontstaat door (tegenstanders zeggen: te wijten aan)(te) koude fermentatie. Komt vooral veel voor bij Zuid-Afrikaanse rosé.
Zwaar: Zware wijn door een hoog alcoholpercentage en vermoeiend door weinig zuur. Meestal bij warme jaren of warme gebieden. Ze hebben vaak ook veel tannine.
Zwarte bessen: U drinkt Cabernet Sauvignon.
Zwavel: Prikt in de neus wanneer de wijn in het glas wordt gestoken. Ruikt naar rotte eieren. Dient als conserveringsmiddel, maar moet met mate gebruikt worden. Ondanks de wettelijke voorschriften wordt de dosering echter nog wel eens te ruim genomen, vooral bij goedkoop spul dat anders slecht tegen reizen kan. Dat het hoofdpijn oplevert is wetenschappelijk nooit bewezen.Bronnen: wijnliefde.nl, wijnweetje.nl en wijn.eu